Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. carril:
  2. carríl:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor carril (Spaans) in het Nederlands

carril:

carril [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el carril (calzada; vía; carretera; pista; órbita)
    de straat
    – verharde weg tussen twee rijen huizen 1
    • straat [de ~] zelfstandig naamwoord
      • in welke straat woon jij?1
    de weg
    – strook grond die geschikt is voor verkeer 1
    • weg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • die weg loopt van Amsterdam naar Amstelveen1
    de baan; de straatweg
    • baan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • straatweg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el carril (vía; calzada)
    het rijvlak; de rijbaan
    • rijvlak [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rijbaan [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. el carril (rodera)
    het karrenspoor

Vertaal Matrix voor carril:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baan calzada; carretera; carril; pista; vía; órbita barrio; barrote; calzada; carretera; carríl; circuito; círculo laboral; empleo; ferrocarril; férrea; lugar de trabajo; paso; recorrido; ronda; trabajo; trayecto; trayectoria; turno; vía; vía de ferrocarriles; vía del tren
karrenspoor carril; rodera
rijbaan calzada; carril; vía carríl; vía
rijvlak calzada; carril; vía
straat calzada; carretera; carril; pista; vía; órbita camino; carretera; pista
straatweg calzada; carretera; carril; pista; vía; órbita
weg calzada; carretera; carril; pista; vía; órbita barrio; barrote; calzada; carretera; paso; ronda; trayecto; trayectoria; turno
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weg desaparecido; desde aquí; esfumado; fuera; fuera de aquí

Verwante woorden van "carril":

  • carriles

Synoniemen voor "carril":


Wiktionary: carril

carril
noun
  1. met strepen gemarkeerd onderdeel van een rijbaan dat breed genoeg is voor motorvoertuigen op meer dan 2 wielen

Cross Translation:
FromToVia
carril rijvak; rijstrook lane — division of roadway
carril rail rail — the metal bar that makes the track for a railroad
carril spoor; baan Bahn — in einer bestimmten Länge und Breite vorgegebene Spur für Fahrzeuge

carríl:

carríl [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el carríl (vía)
    de rijbaan; gedeelte van de weg; de rijweg; de rijstrook; de baan
  2. el carríl (vía; franja)
    verkeersstrook

Vertaal Matrix voor carríl:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baan carríl; vía barrio; barrote; calzada; carretera; carril; circuito; círculo laboral; empleo; ferrocarril; férrea; lugar de trabajo; paso; pista; recorrido; ronda; trabajo; trayecto; trayectoria; turno; vía; vía de ferrocarriles; vía del tren; órbita
gedeelte van de weg carríl; vía
rijbaan carríl; vía calzada; carril; vía
rijstrook carríl; vía
rijweg carríl; vía
verkeersstrook carríl; franja; vía

Verwante vertalingen van carril