Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: expectorar

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: expectorar

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

expectorar:
- slijm opgeven; uitspugen; uitspuwen
Wiktionary:
- expectorar → braken
- expectorar → spugen, spuwen, rochelen, braken, kotsen, overgeven, vomeren, uitbraken, walgen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor expectorar (Spaans) in het Nederlands

expectorar:

expectorar werkwoord

expectorar (esputar)
slijm opgeven
- slijm opgeven werkwoord (geef slijm op, geeft slijm op, gaf slijm op, gaven slijm op, slijm opgegeven)
expectorar (escupir)
uitspugen; uitspuwen
- uitspugen werkwoord (spuug uit, spuugt uit, spuugde uit, spuugden uit, uitgespuugd)
- uitspuwen werkwoord (spuw uit, spuwt uit, spuwde uit, spuwden uit, uitgespuwd)

Conjugations for expectorar:

presente

expectoro
expectoras
expectora
expectoramos
expectoráis
expectoran

imperfecto

expectoraba
expectorabas
expectoraba
expectorábamos
expectorabais
expectoraban

indefinido

expectoré
expectoraste
expectoró
expectoramos
expectorasteis
expectoraron

fut. de ind.

expectoraré
expectorarás
expectorará
expectoraremos
expectoraréis
expectorarán

condic.

expectoraría
expectorarías
expectoraría
expectoraríamos
expectoraríais
expectorarían

pres. de subj.

que expectore
que expectores
que expectore
que expectoremos
que expectoréis
que expectoren

imp. de subj.

que expectorara
que expectoraras
que expectorara
que expectoráramos
que expectorarais
que expectoraran

miscelánea

¡expectora!
¡expectorad!
¡no expectores!
¡no expectoréis!
expectorado
expectorando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor expectorar:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
slijm opgeven	esputar; expectorar	escupir moco; esputar; flemar
uitspugen	escupir; expectorar
uitspuwen	escupir; expectorar

Synoniemen voor "expectorar":

gargajear; esputar; escupir

Wiktionary: expectorar

expectorar

verb

genuttigd voedselwaar ongewild door de mond naar buiten brengen
- braken → vomitar; devolver; lanzar; expectorar; esputar

Cross Translation:

From	To	Via
• expectorar	→ spugen; spuwen; rochelen	↔ cracher — rejeter violemment par la bouche
• expectorar	→ braken; kotsen; overgeven; spugen; vomeren; spuwen; uitbraken; walgen	↔ vomir — rejeter convulsivement par la bouche des matières contenir dans l’estomac.