Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. faro:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor faro (Spaans) in het Nederlands

faro:

faro [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el faro
    de vuurtoren
  2. el faro (lámpara; luz; linterna; )
    de lamp; verlichtingstoestel; de lantaarn
  3. el faro (farola; farol)
    de lantaarn; verlichtingstoestel; de lantaren
  4. el faro (faro delantero; luz delantera de automóvil)
    de koplamp; het koplicht
    • koplamp [de ~] zelfstandig naamwoord
    • koplicht [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. el faro (lámpara; luz; punto luminoso)
    het lichtje
    • lichtje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor faro:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
koplamp faro; faro delantero; luz delantera de automóvil
koplicht faro; faro delantero; luz delantera de automóvil
lamp faro; farol; farola; linterna; luz; lámpara; punto luminoso lámpara
lantaarn faro; farol; farola; linterna; luz; lámpara; punto luminoso
lantaren faro; farol; farola
lichtje faro; luz; lámpara; punto luminoso
verlichtingstoestel faro; farol; farola; linterna; luz; lámpara; punto luminoso
vuurtoren faro

Verwante woorden van "faro":


Synoniemen voor "faro":


Wiktionary: faro

faro
noun
  1. een witte of gele lamp aan de voorzijde van een voertuig
  2. aan de voorzijde open bak waarin een licht brandt, waarvan stropers...

Cross Translation:
FromToVia
faro vuurtoren lighthouse — building containing a light to warn or guide ships
faro vuurtoren Leuchtturm — weithin Lichtsignale ausstrahlender Turm an der Küste
faro lichttoren; vuurbaak; vuurtoren phare — Tour portant un feu destiné à guider les navires.

Verwante vertalingen van faro