Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fiador:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor fiador (Spaans) in het Nederlands

fiador:

fiador [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el fiador
    waarborger; de garant; borger
    • waarborger [znw.] zelfstandig naamwoord
    • garant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • borger [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fiador:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borger fiador
garant fiador
waarborger fiador

Verwante woorden van "fiador":

  • fiadores

Synoniemen voor "fiador":


Wiktionary: fiador

fiador
noun
  1. borg, waarborg
  2. een persoon of organisatie die iets, doorgaans financieel, steunt (in ruil voor publiciteit)

Cross Translation:
FromToVia
fiador borg bondsman — Someone who signs a bond that states that they have taken responsibility for someone else's obligations