Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. interval:
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. interval:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor interval (Nederlands) in het Spaans

interval:

interval [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het interval
    el intervalo

Vertaal Matrix voor interval:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intervalo interval bereik; interim; kloof; opening; spleet; toonafstand; tussenpoos; tussenruimte; tussentijd; uitsparing

Verwante woorden van "interval":

  • intervallen

Wiktionary: interval


Cross Translation:
FromToVia
interval intervalo IntervallMusik: Abstand zwischen der Höhe zweier Ton
interval interval; intervalo intervalledistance d’un lieu à un autre.