Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Jerarquía:
  2. jerarquía:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor jerarquía (Spaans) in het Nederlands

Jerarquía:

Jerarquía

  1. Jerarquía

Vertaal Matrix voor Jerarquía:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hiërarchie Jerarquía

jerarquía:

jerarquía [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la jerarquía (clasificación; disposición; rango)
    de hiërarchie; de rangorde; de volgorde; de rang
    • hiërarchie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • rangorde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • volgorde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • rang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la jerarquía (clasificar; clasificación; escalafón; fila)
    rangschikken; de rangschikking
  3. la jerarquía
    de hiërarchie

Vertaal Matrix voor jerarquía:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hiërarchie clasificación; disposición; jerarquía; rango
rang clasificación; disposición; jerarquía; rango capa; categoría; clase; clase social; condición social; fila; rango; título
rangorde clasificación; disposición; jerarquía; rango categoría; fila; rango; título
rangschikken clasificación; clasificar; escalafón; fila; jerarquía
rangschikking clasificación; clasificar; escalafón; fila; jerarquía clasificación; distribución; división
volgorde clasificación; disposición; jerarquía; rango
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rangschikken clasificar; clasificar por orden de prioridad; ordenar

Verwante woorden van "jerarquía":

  • jerarquías

Synoniemen voor "jerarquía":


Wiktionary: jerarquía

jerarquía
noun
  1. rangorde

Cross Translation:
FromToVia
jerarquía hiërarchie hierarchy — body of authoritative officials organised by rank
jerarquía hiërarchie; rangorde hierarchy — class of objects
jerarquía graad; mate; trap degréespace compris entre deux marches d’un escalier.
jerarquía hiërarchie; rangorde hiérarchie — (religion) (vieilli) ordre et subordination des différents chœurs des anges.