Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. la:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. la:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor la (Spaans) in het Nederlands

la:

la

  1. la (lo; el)
  2. la (el; los; las)
    de

Vertaal Matrix voor la:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
de el; la; las; los
het el; la; lo
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de el; la; las; los

Wiktionary: la

la
pronoun
  1. bepaald lidwoord
noun
  1. muzieknoot

Cross Translation:
FromToVia
la er; het it — object
la de; het the — article
la de; het the — used as an alternative to a possessive pronoun before body parts
la het the — with a superlative
la de; het the — used with the name of a member of a class to refer to all things in that class
la hem; 'm; haar; d’r; het le — Pronom masculin singulier accusatif de la troisième personne

lía:


Synoniemen voor "lía":


Verwante vertalingen van la



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor la (Nederlands) in het Spaans

la:

la [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de la (schuiflade; lade; schuifla)
    el cajón; el cajón corredizo; la gaveta

Vertaal Matrix voor la:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cajón la; lade; schuifla; schuiflade doodkist; kist; krat; lijkkist
cajón corredizo la; lade; schuifla; schuiflade laatje
gaveta la; lade; schuifla; schuiflade laatje

Wiktionary: la

la
noun
  1. muzieknoot
    • lala

Cross Translation:
FromToVia
la gaveta; cajón drawer — open-topped box in a cabinet used for storing
la cajón tiroir — Casier, compartiment, coulissant.