Spaans

Uitgebreide vertaling voor maestro (Spaans) in het Nederlands

maestro:

maestro [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el maestro (caballero; señor; hombre; )
    de heer; de soeverein; de heerser; de machthebber
    • heer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • soeverein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • heerser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • machthebber [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el maestro (jefe; patrón; gerente; )
    de baas; de superieur; de meester; de meerdere; de patroon
    • baas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • superieur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • meester [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • meerdere [de ~] zelfstandig naamwoord
    • patroon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. el maestro (docente; profesor; profesora; )
    de leraar; de docent; de leermeester; de instructeur
    • leraar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • docent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • leermeester [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • instructeur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. el maestro (profesor; docente)
    de leraar; de pedant; de leerkracht; de onderwijzer; de schoolmeester; de meester
  5. el maestro (profesor de la enseñanza básica; profesora; tía)
    de leraar; de pedant; leraar op basisschool; de leerkracht; de onderwijzer; de schoolmeester; de meester
  6. el maestro
    de maestro; de meester
    • maestro [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • meester [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  7. el maestro
    de onderwijskracht
  8. el maestro
    de maestro
    • maestro [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  9. el maestro (jurista; maestro de derecho; jurisperito; jurisconsulto)
    meester in de rechten; de meester; de jurist
  10. el maestro (instructor; preparador; educador)
    de instructeur; de leermeester; de opleider; de oefenmeester

maestro [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la maestro
    de magister
    • magister [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor maestro:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baas director; directora; gerente; jefe; maestro; mentor; patrono; patrón cabeza; capataz; comandante; contramaestre; jefe; líder; patrón; superior
docent docente; educador; instructor; maestro; mentor; pedagogo; profesor; profesora
heer caballero; docente; dueño; hombre; maestro; profesor; rey; señor; soberano Creador; Dios; Nuestro Señor; Todopoderoso
heerser caballero; docente; dueño; hombre; maestro; profesor; rey; señor; soberano majestad; monarca; rey; soberano
instructeur docente; educador; instructor; maestro; mentor; pedagogo; preparador; profesor; profesora
jurist jurisconsulto; jurisperito; jurista; maestro; maestro de derecho abogado; defensor; jurista; procurador
leerkracht docente; maestro; profesor; profesor de la enseñanza básica; profesora; tía personal docente
leermeester docente; educador; instructor; maestro; mentor; pedagogo; preparador; profesor; profesora
leraar docente; educador; instructor; maestro; mentor; pedagogo; profesor; profesor de la enseñanza básica; profesora; tía
leraar op basisschool maestro; profesor de la enseñanza básica; profesora; tía
machthebber caballero; docente; dueño; hombre; maestro; profesor; rey; señor; soberano
maestro maestro
magister maestro
meerdere director; directora; gerente; jefe; maestro; mentor; patrono; patrón mayoría; prior; priora; superior
meester director; directora; docente; gerente; jefe; jurisconsulto; jurisperito; jurista; maestro; maestro de derecho; mentor; patrono; patrón; profesor; profesor de la enseñanza básica; profesora; tía capataz; comandante; decano del gremio; jefe; jefe del tren; maquinista
meester in de rechten jurisconsulto; jurisperito; jurista; maestro; maestro de derecho
oefenmeester educador; instructor; maestro; preparador entrenador; preparador; profesor particular; repetidor; seleccionador
onderwijskracht maestro
onderwijzer docente; maestro; profesor; profesor de la enseñanza básica; profesora; tía
opleider educador; instructor; maestro; preparador
patroon director; directora; gerente; jefe; maestro; mentor; patrono; patrón cartucho; dibujo; diseño; motivo; patrono; patrón; santo patrón
pedant docente; maestro; profesor; profesor de la enseñanza básica; profesora; tía dandi; señorito
schoolmeester docente; maestro; profesor; profesor de la enseñanza básica; profesora; tía
soeverein caballero; docente; dueño; hombre; maestro; profesor; rey; señor; soberano autócrata; majestad; monarca; rey; soberana; soberano
superieur director; directora; gerente; jefe; maestro; mentor; patrono; patrón mayoría; prior; priora; superior
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pedant altanero; autocomplaciente; autosuficiente; creído; ficticio; hipotético; imperioso; pedante; presumido; presuntuoso; sabelotodo; vanidoso
soeverein autónomo; independiente; soberano
superieur superior
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
patroon trama
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
meerdere diferentes; distintos; diversas; diversos; variable; varios

Verwante woorden van "maestro":


Synoniemen voor "maestro":


Wiktionary: maestro

maestro
noun
  1. virtuoos
  2. schoolmeester
  3. iemand die door het maken van een proefstuk...
  4. meerdere in een sadomasochistische relatie
  5. iemand die lesgeeft

Cross Translation:
FromToVia
maestro meester master — expert at something
maestro leraar; lerares; onderwijzer; onderwijzeres; docent; docente; leerkracht; schoolmeester teacher — person who teaches
maestro instructeur; leraar; onderwijzer; meester instituteur — Enseignant d’école primaire.

Verwante vertalingen van maestro



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor maestro (Nederlands) in het Spaans

maestro:

maestro [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de maestro (meester)
    el maestro
    • maestro [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor maestro:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
maestro maestro; meester baas; docent; heer; heerser; instructeur; jurist; leerkracht; leermeester; leraar; leraar op basisschool; machthebber; magister; meerdere; meester; meester in de rechten; oefenmeester; onderwijskracht; onderwijzer; opleider; patroon; pedant; schoolmeester; soeverein; superieur