Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: mohino

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: mohino

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

mohino:
- pruilerig; negatief; zeurderig; beklagend
Wiktionary:
- mohino → mistroostig, naargeestig, somber, triestig, balorig, kregel, slechtgehumeurd, kregelig, gemelijk, akelig, naar, onaangenaam, verdrietelijk, vervelend, bars, honds, nors, nurks, onaardig, onvriendelijk, stuurs, zuur, saai, troosteloos, droefgeestig, melancholiek, weemoedig, zwaarmoedig, betrokken, bewolkt, donker, duister

Spaans

Uitgebreide vertaling voor mohino (Spaans) in het Nederlands

mohino:

mohino bijvoeglijk naamwoord

mohino (murrio)
pruilerig
- pruilerig bijvoeglijk naamwoord
mohino (quejando; murrio; hosco; lastimoso; quejumbroso; quejicoso; pesado; huraño; desabrido; cargante)
negatief; zeurderig; beklagend
- negatief bijvoeglijk naamwoord
- zeurderig bijvoeglijk naamwoord
- beklagend bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor mohino:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
negatief		negativo
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
negatief	cargante; desabrido; hosco; huraño; lastimoso; mohino; murrio; pesado; quejando; quejicoso; quejumbroso	negativo
pruilerig	mohino; murrio
zeurderig	cargante; desabrido; hosco; huraño; lastimoso; mohino; murrio; pesado; quejando; quejicoso; quejumbroso
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beklagend	cargante; desabrido; hosco; huraño; lastimoso; mohino; murrio; pesado; quejando; quejicoso; quejumbroso

Wiktionary: mohino

Cross Translation:

From	To	Via
• mohino	→ mistroostig; naargeestig; somber; triestig; balorig; kregel; slechtgehumeurd; kregelig; gemelijk; akelig; naar; onaangenaam; verdrietelijk; vervelend; bars; honds; nors; nurks; onaardig; onvriendelijk; stuurs; zuur; saai	↔ maussade — D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné.
• mohino	→ naargeestig; troosteloos; droefgeestig; melancholiek; weemoedig; zwaarmoedig; betrokken; bewolkt; donker; duister; mistroostig; somber; triestig	↔ sombre — Qui est peu éclairer ; qui recevoir peu de lumière ; qui est obscur.