Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: pizca

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: pizca

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

pizca:
- greintje; zweem; snuifje; zier
Wiktionary:
- pizca → scheutje, weinigje

Spaans

Uitgebreide vertaling voor pizca (Spaans) in het Nederlands

pizca:

pizca [la ~] zelfstandig naamwoord

la pizca
het greintje; de zweem
- greintje [het ~] zelfstandig naamwoord
- zweem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la pizca (poquito; pellizco)
het snuifje
- snuifje [het ~] zelfstandig naamwoord
la pizca (ápice; pequeñez de nada)
de zier
- zier [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pizca:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
greintje	pizca
snuifje	pellizco; pizca; poquito
zier	pequeñez de nada; pizca; ápice
zweem	pizca	asomo; gota; pedacito; porquito; sombra; trocito

Synoniemen voor "pizca":

adarme; miaja; migaja; ápice; átomo; insignificancia; nimiedad; miga; residuo; partícula
bledo; minucia; ardite; comino; pimiento; pito; ochavo; menudencia; pequeñez
brizna; nadería
gota; poco; chispa; grano
pellizco
lágrima
lasca; trozo; esquirla; fragmento; añico; fracción
mota; mancha; pinta; imperfección; defecto

Wiktionary: pizca

Cross Translation:

From	To	Via
• pizca	→ scheutje	↔ dash — small quantity of liquid
• pizca	→ weinigje	↔ modicum — small amount