Spaans

Uitgebreide vertaling voor plato (Spaans) in het Nederlands

plato:

plato [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el plato (comida; guiso; alimento)
    het gerecht; de schotel
    • gerecht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • schotel [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. el plato (cartelera; pancarta; letrero; encerado)
    het schoolbord; het bord
    • schoolbord [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bord [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. el plato
    het bord; eetbord
    • bord [het ~] zelfstandig naamwoord
    • eetbord [znw.] zelfstandig naamwoord
  4. el plato
    de kleiduif
  5. el plato (comedero)
    de bak; de etensbak
    • bak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • etensbak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. el plato (bote; puesta; banca)
    de poule; de inzet; de pot; het speelgeld
    • poule [de ~] zelfstandig naamwoord
    • inzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • speelgeld [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. el plato (cubrimiento; corteza; envoltura; )
    de omhulling
  8. el plato (comedero; recipiente)
    het etensbakje

Vertaal Matrix voor plato:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bak comedero; plato balde; barreño; barril; bañera; caja del gato; cautiverio; centro penitenciario; chirona; chiste; complejo penitenciario; contenedor; cubeta para el gato; cubo; cubo para bañarse; cárcel; depósito; establecimiento penal; establecimiento penitenciario; hueco; penal; pila; prisión; recipiente; tonel; tonelada; trasera de un coche
bord cartelera; encerado; letrero; pancarta; plato cartel publicitario
eetbord plato
etensbak comedero; plato
etensbakje comedero; plato; recipiente
gerecht alimento; comida; guiso; plato instancia judicial; juzgado; tribunal
inzet banca; bote; plato; puesta abertura; aplicación; apuesta; comienzo; dedicación; devoción; empleo; fin; gol; inicio; intencion; meta; objetivo; principio; uso; utilización
kleiduif plato
omhulling bandeja; capa; caparazón; casquillo; concha; corteza; cubrimiento; cápsula; cáscara; envoltura; estuche; funda; peso; piel; plato; tapón; vaina
pot banca; bote; plato; puesta balde; barreño; barril; bañera; cacerola; carrera; combate; competición; cubo; cubo para bañarse; encuentro; lesbiana; match; olla; partido; pila; puchero; tonel; tonelada; tortillera
poule banca; bote; plato; puesta
schoolbord cartelera; encerado; letrero; pancarta; plato
schotel alimento; comida; guiso; plato
speelgeld banca; bote; plato; puesta

Verwante woorden van "plato":


Wiktionary: plato

plato
noun
  1. voeding|nld voedsel voor mensen
  2. onderdeel van een maaltijd
  3. bereid voedsel

Cross Translation:
FromToVia
plato gerecht; gang course — part of a meal
plato bord; taloor dish — vessel for holding/serving food
plato gerecht; bord dish — contents of such a vessel
plato gerecht dish — specific type of food
plato bord; dienblad plate — dish from which food is served or eaten
plato gerecht GerichtSpeise
plato bord Teller — runder, meist flacher Teil des Essgeschirrs, auf dem die Speisen vor dem Verzehr angerichtet werden
plato eten; voedsel; voer; voeding; kost; voeder; voedingsmiddel; etenswaar; gerecht; spijs nourriturealiment.
plato schaal; schotel platpièce de vaisselle, à fond plat destinée à contenir les mets qu’on servir sur la table.

Verwante vertalingen van plato