Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: prometido

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: prometido

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

prometido:
- beloofd; toegezegd
prometer:
- beloven; toezeggen
Wiktionary:
- prometido → verloofde, bruidegom, galant
- prometer → beloven, toezeggen
- prometer → plechtig beloven, beloven, toezeggen, uitloven, verzeggen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor prometido (Spaans) in het Nederlands

prometido:

prometido bijvoeglijk naamwoord

prometido
beloofd; toegezegd
- beloofd bijvoeglijk naamwoord
- toegezegd bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor prometido:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beloofd	prometido
toegezegd	prometido

Synoniemen voor "prometido":

galán; novio; enamorado; pretendiente; futuro; pareja

Wiktionary: prometido

Cross Translation:

From	To	Via
• prometido	→ verloofde	↔ fiancé — man who is engaged to be married
• prometido	→ bruidegom; galant; verloofde	↔ accordé — (vieilli) Celui qu’engager un accord réciproque en vue du mariage.
• prometido	→ verloofde	↔ fiancé — Lié par une promesse de mariage

prometer:

prometer werkwoord

prometer (ofrecer)
beloven; toezeggen
- beloven werkwoord (beloof, belooft, beloofde, beloofden, beloofd)
- toezeggen werkwoord (zeg toe, zegt toe, zegde toe, zegden toe, toegezegd)

Conjugations for prometer:

presente

prometo
prometes
promete
prometemos
prometéis
prometen

imperfecto

prometía
prometías
prometía
prometíamos
prometíais
prometían

indefinido

prometí
prometiste
prometió
prometimos
prometisteis
prometieron

fut. de ind.

prometeré
prometerás
prometerá
prometeremos
prometeréis
prometerán

condic.

prometería
prometerías
prometería
prometeríamos
prometeríais
prometerían

pres. de subj.

que prometa
que prometas
que prometa
que prometamos
que prometáis
que prometan

imp. de subj.

que prometiera
que prometieras
que prometiera
que prometiéramos
que prometierais
que prometieran

miscelánea

¡promete!
¡prometed!
¡no prometas!
¡no prometáis!
prometido
prometiendo

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor prometer:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beloven	ofrecer; prometer
toezeggen	ofrecer; prometer

Synoniemen voor "prometer":

juramentar; jurar; asegurar; garantizar
testimoniar; certificar; apalabrar; afirmar; confirmar

Wiktionary: prometer

prometer

verb

toezeggen dat iets gedaan zal worden
- beloven → prometer
beloven
- toezeggen → prometer

Cross Translation:

From	To	Via
• prometer	→ plechtig beloven	↔ pledge — to make a solemn promise
• prometer	→ beloven	↔ promise — to commit to something or action
• prometer	→ beloven; toezeggen; uitloven; verzeggen	↔ promettre — S’engager verbalement ou par écrit à quelque chose.