Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: recubrir

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: recubrir

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. recubrir:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor recubrir (Spaans) in het Nederlands

recubrir:

recubrir werkwoord

  1. recubrir (cubrir; tapar; revestir; )
    bedekken; bekleden; overtrekken
    • bedekken werkwoord (bedek, bedekt, bedekte, bedekten, bedekt)
    • bekleden werkwoord (bekleed, bekleedt, bekleedde, bekleedden, bekleed)
    • overtrekken werkwoord (overtrek, overtrekt, overtrok, overtrokken, overtrokken)
  2. recubrir (techar; cubrir; abovedar; poner un techo)
    dekken; overwelven; overkappen
    • dekken werkwoord (dek, dekt, dekte, dekten, gedekt)
    • overwelven werkwoord (overwelf, overwelft, overwelfde, overwelfden, overwelfd)
    • overkappen werkwoord (overkap, overkapt, overkapte, overkapten, overkapt)
  3. recubrir (calcar; forrar; tapizar)
    calqueren
    • calqueren werkwoord (calqueer, calqueert, calqueerde, calqueerden, gecalqueerd)
  4. recubrir (demarcar; dibujar; trazar; copiar)
    overtrekken; met pen overtekenen
  5. recubrir (cubrir)
    overdekken
    • overdekken werkwoord (overdek, overdekt, overdekte, overdekten, overdekt)

Conjugations for recubrir:

presente
  1. recubro
  2. recubres
  3. recubre
  4. recubrimos
  5. recubrís
  6. recubren
imperfecto
  1. recubría
  2. recubrías
  3. recubría
  4. recubríamos
  5. recubríais
  6. recubrían
indefinido
  1. recubrí
  2. recubriste
  3. recubrió
  4. recubrimos
  5. recubristeis
  6. recubrieron
fut. de ind.
  1. recubriré
  2. recubrirás
  3. recubrirá
  4. recubriremos
  5. recubriréis
  6. recubrirán
condic.
  1. recubriría
  2. recubrirías
  3. recubriría
  4. recubriríamos
  5. recubriríais
  6. recubrirían
pres. de subj.
  1. que recubra
  2. que recubras
  3. que recubra
  4. que recubramos
  5. que recubráis
  6. que recubran
imp. de subj.
  1. que recubriera
  2. que recubrieras
  3. que recubriera
  4. que recubriéramos
  5. que recubrierais
  6. que recubrieran
miscelánea
  1. ¡recubre!
  2. ¡recubrid!
  3. ¡no recubras!
  4. ¡no recubráis!
  5. recubierto
  6. recubriendo
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor recubrir:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedekken cubrir
dekken abrigo contra; protección; seguridad
overtrekken calcar; copiar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedekken calcar; cubrir; cumplir con; forrar; recubrir; revestir; tapar; tapizar cubrir; encubrir; enmascarar; esconder; ocultar; velar
bekleden calcar; cubrir; cumplir con; forrar; recubrir; revestir; tapar; tapizar cubrir; decorar; revestir
calqueren calcar; forrar; recubrir; tapizar
dekken abovedar; cubrir; poner un techo; recubrir; techar
met pen overtekenen copiar; demarcar; dibujar; recubrir; trazar
overdekken cubrir; recubrir
overkappen abovedar; cubrir; poner un techo; recubrir; techar
overtrekken calcar; copiar; cubrir; cumplir con; demarcar; dibujar; forrar; recubrir; revestir; tapar; tapizar; trazar cubrir; decorar; revestir
overwelven abovedar; cubrir; poner un techo; recubrir; techar

Synoniemen voor "recubrir":


Wiktionary: recubrir

Cross Translation:
FromToVia
• recubrir → bekleden; overtrekken; coveren; beleggen; dekken; bedekken; toedekken ↔ recouvrir — Couvrir de nouveau. (Sens général)
• recubrir → bekleden; overtrekken; behangen ↔ tapisser — revêtir, orner de tapisserie les murailles d’une salle, d’une chambre, etc. note Se dit en parlant de la salle, de la pièce ou en parlant des choses qui les couvrent ou les tapissent.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0308 seconde
Page rendered in 1.0 seconds