Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor rehuir (Spaans) in het Nederlands

rehuir:

rehuir werkwoord

  1. rehuir (escapar; evitar; esquivar a alguien; )
    vermijden; mijden; ontlopen; ontwijken; uit de weg gaan
    • vermijden werkwoord (vermijd, vermijdt, vermeed, vermeden, vermeden)
    • mijden werkwoord (mijd, mijdt, meed, meden, gemeden)
    • ontlopen werkwoord (ontloop, ontloopt, ontliep, ontliepen, ontlopen)
    • ontwijken werkwoord (ontwijk, ontwijkt, ontweek, ontweken, ontweken)
    • uit de weg gaan werkwoord (ga uit de weg, gaat uit de weg, ging uit de weg, gingen uit de weg, gingen uit de weg)

Conjugations for rehuir:

presente
  1. rehuyo
  2. rehuyes
  3. rehuye
  4. rehuimos
  5. rehuís
  6. rehuyen
imperfecto
  1. rehuía
  2. rehuías
  3. rehuía
  4. rehuíamos
  5. rehuíais
  6. rehuían
indefinido
  1. rehuí
  2. rehuiste
  3. rehuyó
  4. rehuimos
  5. rehuisteis
  6. rehuyeron
fut. de ind.
  1. rehuiré
  2. rehuirás
  3. rehuirá
  4. rehuiremos
  5. rehuiréis
  6. rehuirán
condic.
  1. rehuiría
  2. rehuirías
  3. rehuiría
  4. rehuiríamos
  5. rehuiríais
  6. rehuirían
pres. de subj.
  1. que rehuya
  2. que rehuyas
  3. que rehuya
  4. que rehuyamos
  5. que rehuyáis
  6. que rehuyan
imp. de subj.
  1. que rehuyera
  2. que rehuyera
  3. que rehuyera
  4. que rehuyéramos
  5. que rehuyerais
  6. que rehuyeran
miscelánea
  1. ¡rehuye!
  2. ¡rehuid!
  3. ¡no rehuyas!
  4. ¡no rehuyáis!
  5. rehuido
  6. rehuyendo
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor rehuir:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mijden evasión; evitación
ontlopen evasión; evitación
ontwijken evasión; evitación
vermijden evasión; evitación
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mijden disentir; divergir; eludir; escapar; escapar de; escaparse de; esquivar a alguien; evadir; evadirse de; evitar; rehuir; sortear
ontlopen disentir; divergir; eludir; escapar; escapar de; escaparse de; esquivar a alguien; evadir; evadirse de; evitar; rehuir; sortear evitar
ontwijken disentir; divergir; eludir; escapar; escapar de; escaparse de; esquivar a alguien; evadir; evadirse de; evitar; rehuir; sortear evitar
uit de weg gaan disentir; divergir; eludir; escapar; escapar de; escaparse de; esquivar a alguien; evadir; evadirse de; evitar; rehuir; sortear desviarse; estar oblicuo; hacerse a un lado
vermijden disentir; divergir; eludir; escapar; escapar de; escaparse de; esquivar a alguien; evadir; evadirse de; evitar; rehuir; sortear evitar

Synoniemen voor "rehuir":


Wiktionary: rehuir

rehuir
verb
  1. trachten te ontwijken

Cross Translation:
FromToVia
rehuir decoreren; sieren; opsieren; tooien; uitdossen; versieren; mijden; ontwijken; uit de weg gaan; vermijden parer — Traductions à trier suivant le sens
rehuir mijden; ontwijken; uit de weg gaan; vermijden éviter — Échapper à