Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: remo

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: remo

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

remo:
- riem; roeiriem; roeisport; roeispaan; spaan
remar:
- roeien
Wiktionary:
- remo → roeispaan
- remo → roeiriem, riem, roeien, roeispaan
- remar → roeien
- remar → roeien

Spaans

Uitgebreide vertaling voor remo (Spaans) in het Nederlands

remo:

remo [el ~] zelfstandig naamwoord

el remo
de riem; de roeiriem
- riem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- roeiriem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el remo
de roeisport
- roeisport [de ~] zelfstandig naamwoord
el remo (viruta)
de roeispaan; de spaan
- roeispaan [de ~] zelfstandig naamwoord
- spaan [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor remo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
riem	remo	cinto; cinturón
roeiriem	remo
roeispaan	remo; viruta
roeisport	remo
spaan	remo; viruta	acepilladura; viruta

Verwante woorden van "remo":

remos, rema, remas

Synoniemen voor "remo":

brazo; miembro; articulación; extremidad; rama

Wiktionary: remo

remo

noun

scheepvaart|nld gereedschap bestaande uit een blad met steel om een vaartuig voort te roeien
- roeispaan → remo

Cross Translation:

From	To	Via
• remo	→ roeiriem; riem	↔ oar — implement used to row a boat
• remo	→ roeiriem	↔ Ruder — unten blattförmig erweiterte Stange zum Fortbewegen eines Bootes
• remo	→ roeien	↔ Rudern — Sportart, bei der ein Boot mithilfe eines Ruders fortbewegt wird
• remo	→ riem; roeiriem; roeispaan; roeien	↔ aviron — rame

remar:

remar werkwoord

remar
roeien
- roeien werkwoord (roei, roeit, roeide, roeiden, geroeid)

Conjugations for remar:

presente

remo
remas
rema
remamos
remáis
reman

imperfecto

remaba
remabas
remaba
remábamos
remabais
remaban

indefinido

remé
remaste
remó
remamos
remasteis
remaron

fut. de ind.

remaré
remarás
remará
remaremos
remaréis
remarán

condic.

remaría
remarías
remaría
remaríamos
remaríais
remarían

pres. de subj.

que reme
que remes
que reme
que rememos
que reméis
que remen

imp. de subj.

que remara
que remaras
que remara
que remáramos
que remarais
que remaran

miscelánea

¡rema!
¡remad!
¡no remes!
¡no reméis!
remado
remando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor remar:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
roeien	remar

Synoniemen voor "remar":

bogar; ciar; impulsar; navegar; cinglar; singlar; surcar

Wiktionary: remar

remar

verb

zich met behulp van roeispanen in een boot ergens begeven
- roeien → remar; bogar

Cross Translation:

From	To	Via
• remar	→ roeien	↔ rudern — sich unter Zuhilfenahme von Riemen oder Skulls in einem Ruderboot fortbewegen
• remar	→ roeien	↔ row — transitive:to propel over water using oars
• remar	→ roeien	↔ ramer — Manœuvrer la rame

Verwante vertalingen van remo