Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: remolque

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: remolque

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. remolque:
  2. remolcar:
  3. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor remolque (Spaans) in het Nederlands

remolque:

remolque [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el remolque
    de caravan
    • caravan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el remolque
    het sleeptouw
  3. el remolque
    het aanhangwagentje
  4. el remolque (coche de remolque)
    de aanhanger; de aanhangwagen

remolque [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la remolque (vagón de equipajes)
    de bagagewagen

Vertaal Matrix voor remolque:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanhanger coche de remolque; remolque alumno; discípula; discípulo; hincha; partidaria; partidario
aanhangwagen coche de remolque; remolque
aanhangwagentje remolque
bagagewagen remolque; vagón de equipajes
caravan remolque
sleeptouw remolque

Synoniemen voor "remolque":

  • arrastre; deslizamiento; tiro

Wiktionary: remolque

remolque
noun
  1. rijdend object dat achter de auto gehangen kan worden voor het vervoeren van goederen.
Cross Translation:
FromToVia
• remolque → sleeptouw; trekkabel ↔ tow — cable used in towing
• remolque → takelwagen ↔ tow truck — motor vehicle for towing
• remolque → caravan; kampeerwagen ↔ roulotte — Grande voiture où logeaient les forains et les bohémiens.

remolcar:

remolcar werkwoord

  1. remolcar (arrastrar)
    slepen
    • slepen werkwoord (sleep, sleept, sleepte, sleepten, geslepen)
  2. remolcar
    verslepen
    • verslepen werkwoord (versleep, versleept, versleepte, versleepten, versleept)

Conjugations for remolcar:

presente
  1. remolco
  2. remolcas
  3. remolca
  4. remolcamos
  5. remolcáis
  6. remolcan
imperfecto
  1. remolcaba
  2. remolcabas
  3. remolcaba
  4. remolcábamos
  5. remolcabais
  6. remolcaban
indefinido
  1. remolqué
  2. remolcaste
  3. remolcó
  4. remolcamos
  5. remolcasteis
  6. remolcaron
fut. de ind.
  1. remolcaré
  2. remolcarás
  3. remolcará
  4. remolcaremos
  5. remolcaréis
  6. remolcarán
condic.
  1. remolcaría
  2. remolcarías
  3. remolcaría
  4. remolcaríamos
  5. remolcaríais
  6. remolcarían
pres. de subj.
  1. que remolque
  2. que remolques
  3. que remolque
  4. que remolquemos
  5. que remolquéis
  6. que remolquen
imp. de subj.
  1. que remolcara
  2. que remolcaras
  3. que remolcara
  4. que remolcáramos
  5. que remolcarais
  6. que remolcaran
miscelánea
  1. ¡remolca!
  2. ¡remolcad!
  3. ¡no remolques!
  4. ¡no remolquéis!
  5. remolcado
  6. remolcando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

remolcar [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el remolcar
    wegslepen
  2. el remolcar
    het slepen; wegslepen
    • slepen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • wegslepen [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor remolcar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slepen remolcar
wegslepen remolcar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slepen arrastrar; remolcar arrastrar
verslepen remolcar
wegslepen llevarse

Synoniemen voor "remolcar":


Wiktionary: remolcar

Cross Translation:
FromToVia
• remolcar → boegseren; binnenloodsen; loodsen ↔ bugsieren — (transitiv), Seefahrt: ein Schiff durch Lotsen ins Schlepptau nehmen und an einen bestimmten Ort schleppen
• remolcar → boegseren; slepen; trekken; voorttrekken; rondslingeren ↔ trainer — tirer après soi.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van remolque







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0374 seconde
Page rendered in 1.0 seconds