Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: rescate

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: rescate

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. rescate:
  2. rescatar:
  3. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor rescate (Spaans) in het Nederlands

rescate:

rescate [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el rescate (compensación; restablecimiento; recuperación; corrección)
    indemnisatie; de schadevergoeding; de schadeloosstelling; de vergoeding; de schade-uitkering; de herstelbetaling; uitbetalingen bij schade
  2. el rescate
    het afkopen; de afkoop
    • afkopen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • afkoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. el rescate
    loskoping
  4. el rescate
    de losprijs
    • losprijs [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. el rescate
    terugkoop
  6. el rescate (indemnidad; indemnización; compensación)
    de indemniteit
  7. el rescate (precio de rescate; suma de rescate)
    de afkoopsom
  8. el rescate (pago; amortización; liquidación; suma de rescate)
    de inlossing

Vertaal Matrix voor rescate:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkoop rescate
afkoopsom precio de rescate; rescate; suma de rescate
afkopen rescate
herstelbetaling compensación; corrección; recuperación; rescate; restablecimiento
indemnisatie compensación; corrección; recuperación; rescate; restablecimiento
indemniteit compensación; indemnidad; indemnización; rescate
inlossing amortización; liquidación; pago; rescate; suma de rescate
loskoping rescate
losprijs rescate
schade-uitkering compensación; corrección; recuperación; rescate; restablecimiento
schadeloosstelling compensación; corrección; recuperación; rescate; restablecimiento
schadevergoeding compensación; corrección; recuperación; rescate; restablecimiento daños y perjuicios
terugkoop rescate
uitbetalingen bij schade compensación; corrección; recuperación; rescate; restablecimiento indemnizaciones
vergoeding compensación; corrección; recuperación; rescate; restablecimiento gajes; honorario; indemnización; paga; pago; premio; prestación; recompensa; reembolso de gastos; remuneración; salario; soldada; sueldo
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkopen indemnizar; resarcir
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schadevergoeding break-fix

Verwante woorden van "rescate":

  • rescates, rescata, rescatas

Synoniemen voor "rescate":


Wiktionary: rescate

rescate
noun
  1. geld betaald voor iemands vrijlating
Cross Translation:
FromToVia
• rescate → losgeld ↔ ransom — money paid for the freeing of a hostage
• rescate → redding ↔ rescue — act of rescuing, saving
• rescate → losgeld; losprijs ↔ rançon — Traductions à trier suivant le sens

rescatar:

rescatar werkwoord

  1. rescatar (arreglar; desempeñar; poner en orden; asistir en el parto; redimir)
    goedmaken; bijleggen; ruzie afsluiten
    • goedmaken werkwoord (maak goed, maakt goed, maakte goed, maakten goed, goedgemaakt)
    • bijleggen werkwoord (leg bij, legt bij, legde bij, legden bij, bijgelegd)
    • ruzie afsluiten werkwoord

Conjugations for rescatar:

presente
  1. rescato
  2. rescatas
  3. rescata
  4. rescatamos
  5. rescatáis
  6. rescatan
imperfecto
  1. rescataba
  2. rescatabas
  3. rescataba
  4. rescatábamos
  5. rescatabais
  6. rescataban
indefinido
  1. rescaté
  2. rescataste
  3. rescató
  4. rescatamos
  5. rescatasteis
  6. rescataron
fut. de ind.
  1. rescataré
  2. rescatarás
  3. rescatará
  4. rescataremos
  5. rescataréis
  6. rescatarán
condic.
  1. rescataría
  2. rescatarías
  3. rescataría
  4. rescataríamos
  5. rescataríais
  6. rescatarían
pres. de subj.
  1. que rescate
  2. que rescates
  3. que rescate
  4. que rescatemos
  5. que rescatéis
  6. que rescaten
imp. de subj.
  1. que rescatara
  2. que rescataras
  3. que rescatara
  4. que rescatáramos
  5. que rescatarais
  6. que rescataran
miscelánea
  1. ¡rescata!
  2. ¡rescatad!
  3. ¡no rescates!
  4. ¡no rescatéis!
  5. rescatado
  6. rescatando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

rescatar [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el rescatar (pagar la suma de rescate; redimir)
    de uitkoop
    • uitkoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rescatar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
goedmaken arreglo
uitkoop pagar la suma de rescate; redimir; rescatar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijleggen arreglar; asistir en el parto; desempeñar; poner en orden; redimir; rescatar ajustir; añadir; contribuir a los gastos; dirimir; pagar un suplemento; suplir
goedmaken arreglar; asistir en el parto; desempeñar; poner en orden; redimir; rescatar arreglar; compensar; corregir; dar alcance a; fijar; mejorar; modificar; perfeccionar; poner recto; reajustar; recompensar; rectificar; recuperar; rehabilitar; remendar; remunerar; renovar; reparar; resarcir de; restaurar
ruzie afsluiten arreglar; asistir en el parto; desempeñar; poner en orden; redimir; rescatar

Synoniemen voor "rescatar":


Wiktionary: rescatar

Cross Translation:
FromToVia
• rescatar → bevrijden; redden; verlossen ↔ rescue — to save from any danger or violence
• rescatar → redden ↔ save — to help someone to survive

Verwante vertalingen van rescate







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0363 seconde
Page rendered in 1.0 seconds