Spaans

Uitgebreide vertaling voor residencia (Spaans) in het Nederlands

residencia:

residencia [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la residencia (casilla; alojamiento; estancia; )
    het verblijf; het optrekje; de stulp
    • verblijf [het ~] zelfstandig naamwoord
    • optrekje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stulp [de ~] zelfstandig naamwoord
    het huis
    – gebouw dat bedoeld is om in te wonen 1
    • huis [het ~] zelfstandig naamwoord
      • wij wonen in een oud huis1
  2. la residencia (casa)
    het huis; het verblijf; de residentie; de woning; het woonhuis; het thuis
    • huis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • verblijf [het ~] zelfstandig naamwoord
    • residentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • woning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • woonhuis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • thuis [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. la residencia (domicilio; vivienda; hogar; permanencia; base)
    de woonplaats
  4. la residencia (base)
    het honk
    • honk [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. la residencia (hospital psiquiátrico; casa de locos; institución; )
    psychiatrische inrichting; het gekkenhuis; het krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; dolhuis; de inrichting; het gesticht
  6. la residencia (casita; templete; alojamiento; )
    het huisje
    • huisje [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. la residencia
    residentswoning
  8. la residencia
    de verblijfplaats

Vertaal Matrix voor residencia:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dolhuis amoblamiento; asilo; asilo para dementes; asilo para locos; casa de locos; centro; clínica psiquiátrica; hospicio; hospital; hospital psiquiátrico; institución; residencia
gekkenhuis amoblamiento; asilo; asilo para dementes; asilo para locos; casa de locos; centro; clínica psiquiátrica; hospicio; hospital; hospital psiquiátrico; institución; residencia asilo para dementes; asilo para locos; casa de locos; clínica psiquiátrica; hospital psiquiátrico; manicomio
gesticht amoblamiento; asilo; asilo para dementes; asilo para locos; casa de locos; centro; clínica psiquiátrica; hospicio; hospital; hospital psiquiátrico; institución; residencia
honk base; residencia
huis alojamiento; campana de cristal; casa; caseta; casilla; casita; estancia; permanencia; residencia apartamento; casa; habitación
huisje alojamiento; cabaña; casilla; casita; casita de campo; casucha; choza; concha; residencia; templete
inrichting amoblamiento; asilo; asilo para dementes; asilo para locos; casa de locos; centro; clínica psiquiátrica; hospicio; hospital; hospital psiquiátrico; institución; residencia decoración
krankzinnigengesticht amoblamiento; asilo; asilo para dementes; asilo para locos; casa de locos; centro; clínica psiquiátrica; hospicio; hospital; hospital psiquiátrico; institución; residencia
krankzinnigeninrichting amoblamiento; asilo; asilo para dementes; asilo para locos; casa de locos; centro; clínica psiquiátrica; hospicio; hospital; hospital psiquiátrico; institución; residencia
optrekje alojamiento; campana de cristal; caseta; casilla; casita; estancia; permanencia; residencia casita
psychiatrische inrichting amoblamiento; asilo; asilo para dementes; asilo para locos; casa de locos; centro; clínica psiquiátrica; hospicio; hospital; hospital psiquiátrico; institución; residencia establecimiento psiquiátrico
residentie casa; residencia residencia de la corte
residentswoning residencia
stulp alojamiento; campana de cristal; caseta; casilla; casita; estancia; permanencia; residencia
thuis casa; residencia casa; patria; país natal; teritorio nativo; tierra natal
verblijf alojamiento; campana de cristal; casa; caseta; casilla; casita; estancia; permanencia; residencia
verblijfplaats residencia albergue; alojamiento; cuarto de hora; domicilio; habitación; hospedaje; vivienda
woning casa; residencia
woonhuis casa; residencia
woonplaats base; domicilio; hogar; permanencia; residencia; vivienda
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
thuis en casa
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gesticht constituido; establecido; fundado

Synoniemen voor "residencia":


Wiktionary: residencia

residencia
noun
  1. verblijfplaats (van een staatshoofd)
  2. vaste verblijfplaats

Cross Translation:
FromToVia
residencia woonstee; onderkomen; verblijf abode — slightly dated: residence
residencia woning dwelling — a place or house in which a person lives
residencia woonplaats residence — place where one lives

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van residencia