Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: seducir

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: seducir

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

seducir:
- verleiden; gunst winnen; lokken; tevoorschijn lokken; dichtbijlokken
- verleiden; lokken
Wiktionary:
- seducir → aanlokken, verlokken, versieren
- seducir → lokken, aanlokken, bekoren, toelachen, trekken, aantrekken, verlekkeren, bezweren, bidden, smeken, aanhalen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor seducir (Spaans) in het Nederlands

seducir:

seducir werkwoord

seducir (tentar; encantar)
verleiden; gunst winnen
- verleiden werkwoord (verleid, verleidt, verleidde, verleidden, verleid)
- gunst winnen werkwoord
seducir (atraer)
lokken; tevoorschijn lokken; dichtbijlokken
- lokken werkwoord (lok, lokt, lokte, lokten, gelokt)
- tevoorschijn lokken werkwoord
- dichtbijlokken werkwoord (lok dichtbij, lokt dichtbij, lokte dichtbij, lokten dichtbij, dichtbijgelokt)

Conjugations for seducir:

presente

seduzco
seduces
seduce
seducimos
seducís
seducen

imperfecto

seducía
seducías
seducía
seducíamos
seducíais
seducían

indefinido

seduje
sedujiste
sedujo
seducjimos
seducjisteis
seducjeron

fut. de ind.

seduciré
seducirás
seducirá
seduciremos
seduciréis
seducirán

condic.

seduciría
seducirías
seduciría
seduciríamos
seduciríais
seducirían

pres. de subj.

que seduzca
que seduzcas
que seduzca
que seduzcamos
que seduzcáis
que seduzcan

imp. de subj.

que sedujera
que sedujeras
que sedujera
que sedujéramos
que sedujerais
que sedujeran

miscelánea

¡seduce!
¡seducid!
¡no seduzcas!
¡no seduzcáis!
seducido
seduciendo

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

seducir [el ~] zelfstandig naamwoord

el seducir (atraer; tentar)
verleiden; het lokken
- verleiden [znw.] zelfstandig naamwoord
- lokken [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor seducir:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lokken	atraer; seducir; tentar
verleiden	atraer; seducir; tentar
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dichtbijlokken	atraer; seducir
gunst winnen	encantar; seducir; tentar
lokken	atraer; seducir	anudar; tentar
tevoorschijn lokken	atraer; seducir
verleiden	encantar; seducir; tentar	anudar; tentar

Synoniemen voor "seducir":

agradar; complacer; gustar; satisfacer; deleitar; placer; alegrar; atraer; encantar; cautivar; caer en gracia
amar; enamorar; cortejar; flirtear; galantear; requerir
embargar; embelesar; enajenar; fascinar; arrobar
embebecer; entretener; divertir
embriagar; enloquecer; hechizar
embrujar; maravillar; extasiar
engolosinar; tentar; estimular; incitar; espolear; aguijonear
deslumbrar; conquistar; ofuscar
ligar; pelar la pava
llamar; apetecer

Wiktionary: seducir

seducir

verb

(overgankelijk) tot zich lokken, aantrekken, bekoren, op aangename wijze boeien
- aanlokken → atraer; cautivar; seducir
tot kwaad brengen
- verlokken → seducir
verleiden
- versieren → camelar; seducir

Cross Translation:

From	To	Via
• seducir	→ lokken	↔ locken — jemanden mit Hilfe eines Versprechens zu einer Handlung bewegen
• seducir	→ aanlokken; bekoren; toelachen; trekken; aantrekken; verlekkeren	↔ allécher — (figuré) Attirer par le plaisir, par l’espérance, par la séduction, etc.
• seducir	→ aanlokken; bekoren; toelachen; trekken; aantrekken; verlekkeren	↔ appâter — attirer avec un appât.
• seducir	→ bezweren; bidden; smeken; aanhalen; trekken; aantrekken; aanlokken; bekoren; toelachen; verlekkeren	↔ solliciter — inciter ou exciter à faire quelque chose.