Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sermon:
  2. sermón:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor sermón (Spaans) in het Nederlands

sermon:

sermon [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el sermon (predicación penal)
    de epistel; strafpredikatie

Vertaal Matrix voor sermon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
epistel predicación penal; sermon carta de los apóstoles; epístola; escrito
strafpredikatie predicación penal; sermon

sermón:

sermón [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la sermón
    de preek
    • preek [de ~] zelfstandig naamwoord

sermón [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el sermón
    het sermoen
    • sermoen [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. el sermón
    de zedenpreek
  3. el sermón (perorata)
    de tirade
    • tirade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. el sermón (reprimenda)
    de donderpreek

Vertaal Matrix voor sermón:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
donderpreek reprimenda; sermón
preek sermón
sermoen sermón
tirade perorata; sermón
zedenpreek sermón

Verwante woorden van "sermón":

  • sermones

Synoniemen voor "sermón":


Wiktionary: sermón

sermón
noun
  1. een stichtelijk betoog door een geestelijke in een kerkdienst

Cross Translation:
FromToVia
sermón preek harangue — tirade
sermón preek sermon — religious discourse
sermón preek Predigtreligiöse Ansprache durch einen Prediger an die Gläubiger
sermón preek sermon — (religion) prédication, discours chrétien, qui est prononcer du haut de la chaire, dans une église, pour instruire et pour exhorter les fidèles.