Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tránsito:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. transito:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor tránsito (Spaans) in het Nederlands

tránsito:

tránsito [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el tránsito
    de doorvoer; het transito
    • doorvoer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • transito [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. el tránsito
    de doorrit
    • doorrit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. el tránsito
    de doorvoer
    • doorvoer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. el tránsito (paso)
    de doortocht; de doorreis

tránsito [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la tránsito (paso; travesía)
    de doortocht; de doorvaart

Vertaal Matrix voor tránsito:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorreis paso; tránsito
doorrit tránsito
doortocht paso; travesía; tránsito
doorvaart paso; travesía; tránsito
doorvoer tránsito rendimiento
transito tránsito tránsito aduanero

Verwante woorden van "tránsito":

  • tránsitos

Wiktionary: tránsito

tránsito
noun
  1. het doorvoeren
  2. doorvoer

Cross Translation:
FromToVia
tránsito doortocht transit — The act of passing over, across, or through something
tránsito passage; verkeer traficnégoce, commerce de marchandises.
tránsito overgang transit — astronomie|nocat=1

Verwante vertalingen van tránsito



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tránsito (Nederlands) in het Spaans

transito:

transito [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het transito (doorvoer)
    el tránsito
  2. het transito

Vertaal Matrix voor transito:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tránsito doorvoer; transito doorreis; doorrit; doortocht; doorvaart; doorvoer
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
tránsito aduanero transito