Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. trimestre:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor trimestre (Spaans) in het Nederlands

trimestre:

trimestre [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el trimestre
    het kwartaal
    • kwartaal [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. el trimestre
    het trimester

Vertaal Matrix voor trimestre:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kwartaal trimestre
trimester trimestre

Verwante woorden van "trimestre":

  • trimestres

Wiktionary: trimestre

trimestre
noun
  1. een kwart van een kalenderjaar
  2. een periode van drie maanden

Cross Translation:
FromToVia
trimestre kwartaal; trimester quarter — period of three months
trimestre trimester term — part of a year
trimestre trimester; kwartaal trimestre — Espace de trois mois.