Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. agenda:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor agenda (Spaans) in het Nederlands

agenda:

agenda [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el agenda (agenda de bolsillo)
    de agenda; de zakagenda
    • agenda [de ~] zelfstandig naamwoord
    • zakagenda [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. el agenda
    de agenda
    • agenda [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor agenda:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agenda agenda; agenda de bolsillo calendario; orden del día; programa de calendario
zakagenda agenda; agenda de bolsillo agenda de bolsillo

Synoniemen voor "agenda":


Wiktionary: agenda

agenda
noun
  1. een notitieboek waarin afspraken genoteerd worden

Cross Translation:
FromToVia
agenda plan; programma; schema agenda — temporally organized plan
agenda agenda; programma agenda — list of matters to be taken up
agenda agenda; schema; kalender calendar — a list of planned events
agenda agenda agendalivret sur lequel on note les choses qu’on se proposer de faire.

Verwante vertalingen van agenda