Spaans

Uitgebreide vertaling voor agente (Spaans) in het Nederlands

agente:

agente [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el agente (policía; guardia)
    de politieagent; de konstabel; de agent; de gerechtsdienaar; de diender
  2. el agente
    de intermediair; de tussenpersoon; de bemiddelaar

agente [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la agente (policía)
    de agente; politieagente

agente

  1. agente
    de agent
    • agent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor agente:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agent agente; guardia; policía
agente agente; policía
bemiddelaar agente Defensor del Pueblo
diender agente; guardia; policía
gerechtsdienaar agente; guardia; policía
intermediair agente intermediario; médium
konstabel agente; guardia; policía artillero; tirador; tirador de primera
politieagent agente; guardia; policía policía
politieagente agente; policía
tussenpersoon agente
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intermediair intermediario; intermedio

Verwante woorden van "agente":

  • agentes

Synoniemen voor "agente":


Wiktionary: agente

agente
noun
  1. een werkzame stof
  2. een vertegenwoordiger van een bedrijf

Cross Translation:
FromToVia
agente agent; vertegenwoordiger; tussenpersoon agent — one who acts in place of another
agente bewerker agent — active power or cause
agente handelend persoon agent — grammar: performer of the action in a sentence
agente politieagent; politieagente; politieman; politievrouw; agent; agente police officer — an officer in a law enforcement agency
agente bedrijver; agent; politieagent; smeris; dealer; vertegenwoordiger agent — Celui, celle, ce qui agit.

Verwante vertalingen van agente