Agudez in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

agudez:
- geslepenheid; gewiekstheid; scherpte; puntigheid; spitsheid; scherpheid; puntig zijn

Spaans

Uitgebreide vertaling voor agudez (Spaans) in het Nederlands

la agudez (listeza; habilidad; astucia; agudeza; viveza; sagacidad; vivacidad; acritud)
de geslepenheid; de gewiekstheid
- geslepenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gewiekstheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la agudez (acritud; habilidad; astucia; agudeza; aspereza; sagacidad; listeza)
de scherpte; de puntigheid; de spitsheid; de scherpheid; puntig zijn
- scherpte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- puntigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- spitsheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- scherpheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- puntig zijn [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
geslepenheid	acritud; agudez; agudeza; astucia; habilidad; listeza; sagacidad; vivacidad; viveza	astucia; habilidad; listeza; malicia; sagacidad; zorrería
gewiekstheid	acritud; agudez; agudeza; astucia; habilidad; listeza; sagacidad; vivacidad; viveza	astucia; falsedad; falsía; fealdad; habilidad; listeza; maldad; malicia; sagacidad; viveza; zorrería
puntig zijn	acritud; agudez; agudeza; aspereza; astucia; habilidad; listeza; sagacidad
puntigheid	acritud; agudez; agudeza; aspereza; astucia; habilidad; listeza; sagacidad
scherpheid	acritud; agudez; agudeza; aspereza; astucia; habilidad; listeza; sagacidad	agudeza; perspicacia; sagacidad; sutileza
scherpte	acritud; agudez; agudeza; aspereza; astucia; habilidad; listeza; sagacidad	agudeza; enforma; filo; lado cortante; perspicacia; sagacidad; sutileza
spitsheid	acritud; agudez; agudeza; aspereza; astucia; habilidad; listeza; sagacidad	agudeza; perspicacia; sagacidad; sutileza