Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal alfileres

Vertaal alfileres van Spaans naar Nederlands

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. alfileres:
  2. alfilerar:
  3. alfiler:
  4. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor alfileres (Spaans) in het Nederlands

alfileres:

alfileres [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el alfileres
    de spelden
    • spelden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor alfileres:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spelden alfileres
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spelden alfilerar; clavar con alfileres; enclavijar; fijar; taladrar

Verwante woorden van "alfileres":


alfilerar:

alfilerar werkwoord

  1. alfilerar (sujetar con alfileres; prender con alfilers)
    afspelden
    • afspelden werkwoord (speld af, speldt af, speldde af, speldden af, afgespeld)
  2. alfilerar (enclavijar; clavar con alfileres; fijar; taladrar)
    pinnen; spelden
    • pinnen werkwoord (pin, pint, pinde, pinden, gepind)
    • spelden werkwoord (speld, speldt, speldde, speldden, gespeld)

Conjugations for alfilerar:

presente
  1. alfilero
  2. alfileras
  3. alfilera
  4. alfileramos
  5. alfileráis
  6. alfileran
imperfecto
  1. alfileraba
  2. alfilerabas
  3. alfileraba
  4. alfilerábamos
  5. alfilerabais
  6. alfileraban
indefinido
  1. alfileré
  2. alfileraste
  3. alfileró
  4. alfileramos
  5. alfilerasteis
  6. alfileraron
fut. de ind.
  1. alfileraré
  2. alfilerarás
  3. alfilerará
  4. alfileraremos
  5. alfileraréis
  6. alfilerarán
condic.
  1. alfileraría
  2. alfilerarías
  3. alfileraría
  4. alfileraríamos
  5. alfileraríais
  6. alfilerarían
pres. de subj.
  1. que alfilere
  2. que alfileres
  3. que alfilere
  4. que alfileremos
  5. que alfileréis
  6. que alfileren
imp. de subj.
  1. que alfilerara
  2. que alfileraras
  3. que alfilerara
  4. que alfileráramos
  5. que alfilerarais
  6. que alfileraran
miscelánea
  1. ¡alfilera!
  2. ¡alfilerad!
  3. ¡no alfileres!
  4. ¡no alfileréis!
  5. alfilerado
  6. alfilerando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor alfilerar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afspelden prender con alfilers
spelden alfileres
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afspelden alfilerar; prender con alfilers; sujetar con alfileres
pinnen alfilerar; clavar con alfileres; enclavijar; fijar; taladrar
spelden alfilerar; clavar con alfileres; enclavijar; fijar; taladrar

Wiktionary: alfilerar

alfilerar
verb
  1. met een of meer spelden vastmaken

alfiler:

alfiler [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el alfiler (aguja; espiga; ficha; )
    de pin; de speld
    • pin [de ~] zelfstandig naamwoord
    • speld [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. el alfiler (clavo de alambre)
    de draadnagel

Vertaal Matrix voor alfiler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
draadnagel alfiler; clavo de alambre
pin aguja; alfiler; arpía; bruja; clavija; espiga; ficha aguja; clavija; espiga; estaquilla; punzón
speld aguja; alfiler; arpía; bruja; clavija; espiga; ficha

Verwante woorden van "alfiler":


Synoniemen voor "alfiler":


Wiktionary: alfiler

Cross Translation:
FromToVia
• alfiler → speld ↔ Stecknadel — zum Befestigen von Stoff oder zum Abstecken von Nähten verwendete Nadel, deren Kopf zumeist aus Metall oder buntem Glas besteht
• alfiler → pin; speld ↔ pin — small device; small needle with no eye
• alfiler → naald; speld ↔ épingle — Petite tige de métal (laiton, cuivre, fer, acier, etc.) terminée par une pointe à un bout et, de l’autre, par une tête cf|tête d’épingle.

Verwante vertalingen van alfileres







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0271 seconde
Page rendered in 1.0 seconds