Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. antorcha:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor antorcha (Spaans) in het Nederlands

antorcha:

antorcha [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la antorcha
    de toorts; de fakkel; de flambouw
    • toorts [de ~] zelfstandig naamwoord
    • fakkel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • flambouw [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor antorcha:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fakkel antorcha
flambouw antorcha
toorts antorcha

Synoniemen voor "antorcha":


Wiktionary: antorcha

antorcha
noun
  1. houten stok die aan de bovenkant in een brandbare stof gedrenkt is, brandend zorgt het voor verlichting

Cross Translation:
FromToVia
antorcha fakkel; toorts Fackel — einfaches Gerät in Gestalt eines meist mit geeigneten brennbaren Stoffen (Wachs, Pech usw.) am oberen Ende versehenen Stockes, der dort entzündet wird, dient meist zum Leuchten, Signalisieren, Anzünden oder zu artistischen Darbietungen
antorcha toorts; fakkel torch — stick with flame at one end
antorcha fakkel; flambouw; toorts torche — flambeau

Verwante vertalingen van antorcha