Aparejo in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

aparejo:
- handschoen; want; talie; takel voor lichte lasten; tuigage; al het touwwerk aan boord; tuig; apparatuur; machine; takelwerk; scheepswant; zeilwerk
aparejar:
- v. takelwerk voorzien
Wiktionary:
- aparejo → verband, tuigage
- aparejar → klaarmaken
- aparejar → harnassen, een schip optuigen, takelen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor aparejo (Spaans) in het Nederlands

aparejo:

aparejo [el ~] zelfstandig naamwoord

el aparejo (guante; jarcia)
de handschoen; de want
- handschoen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- want [de ~] zelfstandig naamwoord
el aparejo
de talie; takel voor lichte lasten
- talie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- takel voor lichte lasten [znw.] zelfstandig naamwoord
el aparejo (jarcias)
de tuigage; de want; al het touwwerk aan boord; het tuig
- tuigage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- want [de ~] zelfstandig naamwoord
- al het touwwerk aan boord [znw.] zelfstandig naamwoord
- tuig [het ~] zelfstandig naamwoord
el aparejo (aparatos; instrumento; equipo; aparato; máquina; mecanismo)
de apparatuur
- apparatuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el aparejo (máquinario; máquina; mecanismo; equipo; herramienta; aparato; utensilio; aparatos; instrumento)
de machine
- machine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el aparejo (trabajo de polea; guarniciones; jaeces; jarcias; cordaje)
het takelwerk
- takelwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
el aparejo (jarcia)
scheepswant
- scheepswant [znw.] zelfstandig naamwoord
el aparejo (aparejos de vela)
de tuigage; zeilwerk
- tuigage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- zeilwerk [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aparejo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
al het touwwerk aan boord	aparejo; jarcias
apparatuur	aparato; aparatos; aparejo; equipo; instrumento; mecanismo; máquina	equipamiento
handschoen	aparejo; guante; jarcia
machine	aparato; aparatos; aparejo; equipo; herramienta; instrumento; mecanismo; máquina; máquinario; utensilio	máquina
scheepswant	aparejo; jarcia
takel voor lichte lasten	aparejo
takelwerk	aparejo; cordaje; guarniciones; jaeces; jarcias; trabajo de polea
talie	aparejo
tuig	aparejo; jarcias	aparejos; arreos; canalla; chusma; escoria; gentuza; hampa; plebe; populacho
tuigage	aparejo; aparejos de vela; jarcias
want	aparejo; guante; jarcia; jarcias
zeilwerk	aparejo; aparejos de vela
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
want		porque; pues; ya que

Verwante woorden van "aparejo":

apareja, aparejas

Synoniemen voor "aparejo":

albarda; albardilla; enjalma; montura
aperos; utensilios; enseres; arreos; instrumentos
galas; adornos; ornamentos; aderezos; atavíos; compostura; perifollos; perendengues; arrequives; garambainas; ringorrangos
herramienta; útil; utensilio
jarcia; cordaje; arboladura; cabo

Wiktionary: aparejo

Cross Translation:

From	To	Via
• aparejo	→ verband	↔ appareil — Architecture, maçonnerie
• aparejo	→ tuigage	↔ gréement — Ensemble des choses qui servent à gréer

aparejo vorm van aparejar:

aparejar werkwoord

aparejar (encaramar; enjarciar)
v. takelwerk voorzien
- v. takelwerk voorzien werkwoord (voorzie van takelwerk, voorziet van takelwerk, voorzag van takelwerk, voorzagen van takelwerk, van takelwerk voorzien)

Conjugations for aparejar:

presente

aparejo
aparejas
apareja
aparejamos
aparejáis
aparejan

imperfecto

aparejaba
aparejabas
aparejaba
aparejábamos
aparejabais
aparejaban

indefinido

aparejé
aparejaste
aparejó
aparejamos
aparejasteis
aparejaron

fut. de ind.

aparejaré
aparejarás
aparejará
aparejaremos
aparejaréis
aparejarán

condic.

aparejaría
aparejarías
aparejaría
aparejaríamos
aparejaríais
aparejarían

pres. de subj.

que apareje
que aparejes
que apareje
que aparejemos
que aparejéis
que aparejen

imp. de subj.

que aparejara
que aparejaras
que aparejara
que aparejáramos
que aparejarais
que aparejaran

miscelánea

¡apareja!
¡aparejad!
¡no aparejes!
¡no aparejéis!
aparejado
aparejando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor aparejar:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
v. takelwerk voorzien	aparejar; encaramar; enjarciar

Synoniemen voor "aparejar":

guarnecer; ensillar; enjaezar
preparar; disponer; prevenir; aprestar

Wiktionary: aparejar

aparejar

verb

voorbereiden
- klaarmaken → preparar; acondicionar; aparejar; aviar

Cross Translation:

From	To	Via
• aparejar	→ harnassen	↔ rig — to fit out with a harness
• aparejar	→ een schip optuigen	↔ rig — to equip and fit a ship
• aparejar	→ takelen	↔ takeln — Seemannssprache: (ein Schiff) mit Takelage ausstatten

Verwante vertalingen van aparejo

Remove Ads

Vertaal aparejo van Spaans naar Nederlands