Apoderado in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

apoderado:
- afdelingshoofd; chef; afdelingschef; gevolmachtigde; gemachtigde; gecommitteerde; procuratiehouder; gouverneur; regent; rijksbestuurder; stadhouder; landvoogd
Wiktionary:
- apoderado → bewaarder, conservator, mandataris, gemachtigde, curator, voogdes, voogd, tussenpersoon

Spaans

Uitgebreide vertaling voor apoderado (Spaans) in het Nederlands

el apoderado (gerente; jefe de departamento; administrador; director)
het afdelingshoofd; de chef; de afdelingschef
- afdelingshoofd [het ~] zelfstandig naamwoord
- chef [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- afdelingschef [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el apoderado (diputado; delegado; comisionado; poderhabiente)
de gevolmachtigde; de gemachtigde; de gecommitteerde
- gevolmachtigde [de ~] zelfstandig naamwoord
- gemachtigde [de ~] zelfstandig naamwoord
- gecommitteerde [de ~] zelfstandig naamwoord
el apoderado
de procuratiehouder
- procuratiehouder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el apoderado (virrey; gobernador; regente; gerente; jefe; administrador; encargado; director; soberano; gobernante; soberana)
de gouverneur; de regent; rijksbestuurder; de stadhouder; de landvoogd
- gouverneur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- regent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- rijksbestuurder [znw.] zelfstandig naamwoord
- stadhouder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- landvoogd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afdelingschef	administrador; apoderado; director; gerente; jefe de departamento
afdelingshoofd	administrador; apoderado; director; gerente; jefe de departamento
chef	administrador; apoderado; director; gerente; jefe de departamento	cabeza; capataz; contramaestre; jefe; líder; patrón; superior
gecommitteerde	apoderado; comisionado; delegado; diputado; poderhabiente	delegado; diputado; representante
gemachtigde	apoderado; comisionado; delegado; diputado; poderhabiente	agencia; agente de ventas; delegado; negociador; representante
gevolmachtigde	apoderado; comisionado; delegado; diputado; poderhabiente
gouverneur	administrador; apoderado; director; encargado; gerente; gobernador; gobernante; jefe; regente; soberana; soberano; virrey
landvoogd	administrador; apoderado; director; encargado; gerente; gobernador; gobernante; jefe; regente; soberana; soberano; virrey
procuratiehouder	apoderado
regent	administrador; apoderado; director; encargado; gerente; gobernador; gobernante; jefe; regente; soberana; soberano; virrey
rijksbestuurder	administrador; apoderado; director; encargado; gerente; gobernador; gobernante; jefe; regente; soberana; soberano; virrey
stadhouder	administrador; apoderado; director; encargado; gerente; gobernador; gobernante; jefe; regente; soberana; soberano; virrey	gobernador; regenta; regente; virrey

Cross Translation:

From	To	Via
• apoderado	→ bewaarder; conservator	↔ conservator — one who conserves, preserves or protects something
• apoderado	→ mandataris; gemachtigde; curator	↔ fiduciary — trustee
• apoderado	→ voogdes; voogd	↔ guardian — law: person legally responsible for a minor in loco parentis
• apoderado	→ mandataris; tussenpersoon	↔ proxy — agent or substitute authorized to act for another person