Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ascendencia:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor ascendencia (Spaans) in het Nederlands

ascendencia:

ascendencia [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la ascendencia (antepasados)
    de voorouders; het voorgeslacht
  2. la ascendencia (antepasados; patriarcas; padres arquetípicos)
    de stamvaders; de oervaders

Vertaal Matrix voor ascendencia:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oervaders antepasados; ascendencia; padres arquetípicos; patriarcas
stamvaders antepasados; ascendencia; padres arquetípicos; patriarcas
voorgeslacht antepasados; ascendencia
voorouders antepasados; ascendencia

Synoniemen voor "ascendencia":


Wiktionary: ascendencia


Cross Translation:
FromToVia
ascendencia afstamming; voorouders ancestry — condition as to ancestors
ascendencia overwicht; overhand ascendancy — supremacy; superiority; dominant control
ascendencia herkomst; afkomst descent — lineage or hereditary derivation