Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. autocontrol:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor autocontrol (Spaans) in het Nederlands

autocontrol:

autocontrol [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el autocontrol (dominio de sí mismo)
    de controle; de zelfbeheersing; de beheersing

Vertaal Matrix voor autocontrol:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beheersing autocontrol; dominio de sí mismo control; dominación; dominio
controle autocontrol; dominio de sí mismo administración; control; custodia; gerencia; gestión; inspección; inspecciónde la tarjeta; supervisión; vigilancia
zelfbeheersing autocontrol; dominio de sí mismo

Synoniemen voor "autocontrol":

  • autodominio
  • autoevaluación

Wiktionary: autocontrol


Cross Translation:
FromToVia
autocontrol zelfcontrole self-control — ability to control one's desires and impulses