Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. balance:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor balance (Spaans) in het Nederlands

balance:

balance [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el balance (equilibrio; estabilidad)
    het evenwicht; de balans; de harmonie
    • evenwicht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • balans [de ~] zelfstandig naamwoord
    • harmonie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. el balance (balanza comercial)
    de balans; de handelsbalans; jaarafsluiting
  3. el balance (equilibrio; armonía; estabilidad)
    de evenwichtigheid
  4. el balance (balance de situación)
    de balans
    • balans [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor balance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balans balance; balance de situación; balanza comercial; equilibrio; estabilidad balanza; báscula; edificio del peso público; peso; peso público
evenwicht balance; equilibrio; estabilidad
evenwichtigheid armonía; balance; equilibrio; estabilidad
handelsbalans balance; balanza comercial balanza comercial
harmonie balance; equilibrio; estabilidad armonía; banda; banda de música; compañía de músicos; concordancia; concordia; conformidad; consenso; consonancia; fanfarria; solidaridad; unanimidad
jaarafsluiting balance; balanza comercial

Verwante woorden van "balance":

  • balances

Synoniemen voor "balance":


Wiktionary: balance


Cross Translation:
FromToVia
balance balans balance — list of credits and debits

Verwante vertalingen van balance