Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bocados:
  2. bocado:
  3. Wiktionary:
    • bocado → hap
    • bocado → bit


Spaans

Uitgebreide vertaling voor bocados (Spaans) in het Nederlands

bocados:

bocados [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el bocados (mordiscos; mordeduras)
    de happen
    • happen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor bocados:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
happen bocados; mordeduras; mordiscos
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
happen aprovechar la ocasión; pinchar

Verwante woorden van "bocados":


bocados vorm van bocado:

bocado [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el bocado (tentempié; tapa)
    het tussendoortje; de snack; het hapje
    • tussendoortje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • snack [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hapje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. el bocado
    de versnapering; het tussendoortje; het hapje
  3. el bocado (mordisco)
    de hap
    • hap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. el bocado (pedazo; trozo; mordisco)
    de mondvol
    • mondvol [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bocado:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hap bocado; mordisco
hapje bocado; tapa; tentempié
mondvol bocado; mordisco; pedazo; trozo
snack bocado; tapa; tentempié
tussendoortje bocado; tapa; tentempié artículos de confitería; azúcar cande; caramelo; chucherías; dulce; dulces; polvo rápido; refrigerio; tentempié
versnapering bocado artículos de confitería; azúcar cande; caramelo; chucherías; dulce; dulces; golosina; refrigerio

Verwante woorden van "bocado":


Synoniemen voor "bocado":


Wiktionary: bocado

bocado
noun
  1. beet

Cross Translation:
FromToVia
bocado bit bit — metal in horse's mouth