Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. calzado:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor calzado (Spaans) in het Nederlands

calzado:

calzado [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el calzado (zapatos)
    de schoenen; de schoeisel; de kistjes
    • schoenen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • schoeisel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kistjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

calzado bijvoeglijk naamwoord

  1. calzado (con botas)
    gelaarsd

Vertaal Matrix voor calzado:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kistjes calzado; zapatos cajitas
schoeisel calzado; zapatos
schoenen calzado; zapatos
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gelaarsd calzado; con botas

Wiktionary: calzado

calzado
noun
  1. alles wat men om de voeten heen kan dragen, zoals schoenen en laarzen

Cross Translation:
FromToVia
calzado schoen chaussure — Ce que l’on met au pied pour se chausser.

Verwante vertalingen van calzado