Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cantidad:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor cantidad (Spaans) in het Nederlands

cantidad:

cantidad [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cantidad (número; monte; cifra; dosis)
    de hoeveelheid; de kwantiteit; het aantal
  2. la cantidad (suma; importe)
    het bedrag
    – een hoeveelheid geld 1
    • bedrag [het ~] zelfstandig naamwoord
      • je krijgt 10 eieren voor een bedrag van 2 gulden1
  3. la cantidad (suma; importe)
    de somma
    • somma [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. la cantidad (aluvión; cuchilla; cuadrilla; )
    de kudde; de massa; de horde; de drom; de troep; de schaar; de schare
    • kudde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • massa [de ~] zelfstandig naamwoord
    • horde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • drom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schaar [de ~] zelfstandig naamwoord
    • schare [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. la cantidad (medida)
    de mate; de kwantiteit
    • mate [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kwantiteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cantidad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aantal cantidad; cifra; dosis; monte; número
bedrag cantidad; importe; suma
drom aluvión; banda; cantidad; copia; cuadrilla; cuchilla; grupo; horda; masa; multitud afluencia; enjambre; masa; montones; montón; muchedumbre; multitud
hoeveelheid cantidad; cifra; dosis; monte; número lote; partida
horde aluvión; banda; cantidad; copia; cuadrilla; cuchilla; grupo; horda; masa; multitud grupo; jauría; muchedumbre; multitud; muta; valla
kudde aluvión; banda; cantidad; copia; cuadrilla; cuchilla; grupo; horda; masa; multitud
kwantiteit cantidad; cifra; dosis; medida; monte; número
massa aluvión; banda; cantidad; copia; cuadrilla; cuchilla; grupo; horda; masa; multitud acumulación; afluencia; amontonamiento; colección; compilación; enjambre; gran cantidad; grupo; masa; montones; montón; muchedumbre; multitud; personas; pila; selección; seres
mate cantidad; medida dimensión; extensión; formato; gradación; grado; medida; nivel; proporción; talla; tamaño; volumen
schaar aluvión; banda; cantidad; copia; cuadrilla; cuchilla; grupo; horda; masa; multitud
schare aluvión; banda; cantidad; copia; cuadrilla; cuchilla; grupo; horda; masa; multitud muchedumbre; multitud
somma cantidad; importe; suma
troep aluvión; banda; cantidad; copia; cuadrilla; cuchilla; grupo; horda; masa; multitud acumulación; afluencia; agrupación; banda; batiburrillo; caos; concentración de personas; desorden; enjambre; estropicio; formación de grupos de gente; grupo; jauría; masa; montones; montón; multitud; muta; porquería; ruina

Verwante woorden van "cantidad":


Synoniemen voor "cantidad":


Wiktionary: cantidad

cantidad
noun
  1. zaak in zoverre die voor vermeerdering en vermindering vatbaar is, iets meetbaars en/of kwantificeerbaars
  2. de kwantiteit waarin iets aanwezig is
  3. hoeveelheid, grootte

Cross Translation:
FromToVia
cantidad saldo; bedrag; hoeveelheid amount — total or sum of items
cantidad aantal number — quantity
cantidad hoeveelheid; kwantiteit quantity — fundamental, generic term used when referring to the measurement
cantidad hoeveelheid quantity — indefinite amount of something
cantidad som sum — quantity of money
cantidad hoeveelheid; kwantiteit; boel; grootheid; sterkte quantité — Tout ce qui peut être mesurer ou nombré, de tout ce qui est susceptible d’accroissement ou de diminution.

Verwante vertalingen van cantidad