Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. comienzar:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor comienzar (Spaans) in het Nederlands

comienzar:

comienzar [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el comienzar (principiar)
    aanvangen; beginnen

Vertaal Matrix voor comienzar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvangen comienzar; principiar
beginnen comienzar; principiar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvangen activarse; arrancar; comenzar; despegar; empezar; emprender; entrar en; iniciar; ponerse en marcha; ponerse en movimiento
beginnen abrir; activarse; arrancar; calzar; colocar; comenzar; despegar; empezar; emprender; entrar en; inaugurar; iniciar; instalar; marcharse; montar; poner en marcha; ponerse en marcha; ponerse en movimiento