Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal compaginar

Vertaal compaginar van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

compaginar:
- sparen; op bankrekening zetten

Spaans

Uitgebreide vertaling voor compaginar (Spaans) in het Nederlands

compaginar:

compaginar werkwoord

compaginar (acopiar; quedar; ahorrar; acumular; coleccionar; reunir; sobrar; juntar; combinar; compilar; economizar)
sparen; op bankrekening zetten
- sparen werkwoord (spaar, spaart, spaarde, spaarden, gespaard)
- op bankrekening zetten werkwoord

Conjugations for compaginar:

presente

compagino
compaginas
compagina
compaginamos
compagináis
compaginan

imperfecto

compaginaba
compaginabas
compaginaba
compaginábamos
compaginabais
compaginaban

indefinido

compaginé
compaginaste
compaginó
compaginamos
compaginasteis
compaginaron

fut. de ind.

compaginaré
compaginarás
compaginará
compaginaremos
compaginaréis
compaginarán

condic.

compaginaría
compaginarías
compaginaría
compaginaríamos
compaginaríais
compaginarían

pres. de subj.

que compagine
que compagines
que compagine
que compaginemos
que compaginéis
que compaginen

imp. de subj.

que compaginara
que compaginaras
que compaginara
que compagináramos
que compaginarais
que compaginaran

miscelánea

¡compagina!
¡compaginad!
¡no compagines!
¡no compaginéis!
compaginado
compaginando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor compaginar:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
op bankrekening zetten	acopiar; acumular; ahorrar; coleccionar; combinar; compaginar; compilar; economizar; juntar; quedar; reunir; sobrar
sparen	acopiar; acumular; ahorrar; coleccionar; combinar; compaginar; compilar; economizar; juntar; quedar; reunir; sobrar	acopiar; acumular; ahorrar; juntar; perdonar; recoger; respetar; reunir