Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. comprar:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor comprar:
    • shoppen


Spaans

Uitgebreide vertaling voor comprar (Spaans) in het Nederlands

comprar:

comprar werkwoord

  1. comprar (obtener; buscar; adquirir; )
    kopen
    – het krijgen in ruil voor geld 1
    • kopen werkwoord (koop, koopt, kocht, kochten, gekocht)
      • ik koop een nieuwe jas1
    verkrijgen; verwerven; aanschaffen; aankopen
    • verkrijgen werkwoord (verkrijg, verkrijgt, verkreeg, verkregen, verkregen)
    • verwerven werkwoord (verwerf, verwerft, verwierf, verwierven, verworven)
    • aanschaffen werkwoord (schaf aan, schaft aan, schafte aan, schaften aan, aangeschaft)
    • aankopen werkwoord (koop aan, koopt aan, kocht aan, kochten aan, aangekocht)
  2. comprar
    acquireren; verkrijgen; aanschaffen
    • acquireren werkwoord
    • verkrijgen werkwoord (verkrijg, verkrijgt, verkreeg, verkregen, verkregen)
    • aanschaffen werkwoord (schaf aan, schaft aan, schafte aan, schaften aan, aangeschaft)

Conjugations for comprar:

presente
  1. compro
  2. compras
  3. compra
  4. compramos
  5. compráis
  6. compran
imperfecto
  1. compraba
  2. comprabas
  3. compraba
  4. comprábamos
  5. comprabais
  6. compraban
indefinido
  1. compré
  2. compraste
  3. compró
  4. compramos
  5. comprasteis
  6. compraron
fut. de ind.
  1. compraré
  2. comprarás
  3. comprará
  4. compraremos
  5. compraréis
  6. comprarán
condic.
  1. compraría
  2. comprarías
  3. compraría
  4. compraríamos
  5. compraríais
  6. comprarían
pres. de subj.
  1. que compre
  2. que compres
  3. que compre
  4. que compremos
  5. que compréis
  6. que compren
imp. de subj.
  1. que comprara
  2. que compraras
  3. que comprara
  4. que compráramos
  5. que comprarais
  6. que compraran
miscelánea
  1. ¡compra!
  2. ¡comprad!
  3. ¡no compres!
  4. ¡no compréis!
  5. comprado
  6. comprando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor comprar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kopen adquisición; compra
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankopen adquirir; aprobar; buscar; comprar; ganar; mercar; obtener
aanschaffen adquirir; aprobar; buscar; comprar; ganar; mercar; obtener adquirir
acquireren comprar
kopen adquirir; aprobar; buscar; comprar; ganar; mercar; obtener adquirir; adueñarse de; apoderarse de; apropiarse; captar; conseguir; obtener; recibir
verkrijgen adquirir; aprobar; buscar; comprar; ganar; mercar; obtener adquirir; adueñarse de; alcanzar; apoderarse de; apropiarse; captar; cobrar; conseguir; ganar; obtener; recibir; triunfar
verwerven adquirir; aprobar; buscar; comprar; ganar; mercar; obtener adquirir; adueñarse de; alzar; apoderarse de; aprender; apropiarse; captar; cobrar; comenzar; conseguir; cursar; encender; estallar; estudiar; obtener; recibir; seguir estudios

Synoniemen voor "comprar":


Wiktionary: comprar

comprar
verb
  1. door kopen verwerven
  2. kopen
  3. in ruil voor geld iets in bezit krijgen

Cross Translation:
FromToVia
comprar aanschaffen; kopen buy — to obtain for money
comprar aanschaffen; aankopen; verwerven purchase — to obtain by paying money or its equivalent; to buy for a price
comprar afnemen abnehmen — eine Aufgabe oder einen Gegenstand von jemand anderem übernehmen
comprar kopen kaufen — eine Ware gegen Entgelt erwerben
comprar kopen; afnemen; aankopen; inkopen; aanschaffen; overnemen acheter — Tous sens

Verwante vertalingen van comprar