Comprobación in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

comprobación:
- bevinding; omschrijving; definiëring; vaststelling; constatering; betaling; verificatie
Wiktionary:
- comprobación → check-up, controle, supervisie, verificatie, opzicht, toezicht

Spaans

Uitgebreide vertaling voor comprobación (Spaans) in het Nederlands

la comprobación (hallazgo; resultado)
de bevinding
- bevinding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la comprobación (definición; determinación; fijación; constatación; estipulación)
de omschrijving; de definiëring
- omschrijving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- definiëring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la comprobación (constatación)
de vaststelling; de constatering
- vaststelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- constatering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la comprobación
de betaling
- betaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la comprobación
de verificatie
- verificatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Cross Translation:

From	To	Via
• comprobación	→ check-up; controle; supervisie; verificatie; opzicht; toezicht	↔ contrôle — désuet\|fr État nominatif des personnes qui appartenir à un corps, à une troupe.

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
betaling	comprobación	desembolso; pago
bevinding	comprobación; hallazgo; resultado
constatering	comprobación; constatación
definiëring	comprobación; constatación; definición; determinación; estipulación; fijación
omschrijving	comprobación; constatación; definición; determinación; estipulación; fijación	definición; descripción más detallada; equivalente; especificación
vaststelling	comprobación; constatación
verificatie	comprobación	autenticación; autenticación de contraseña; informe del revisor de cuentas; reportaje de cuentas; verificación