Crédito in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

crédito:
- hypotheek; lening; geldlening; krediet; credit; geloofsovertuiging; geloof; gezindheid; confessie; gezindte; eigendom; bezittingen; have; goederen; bezit; kredietverlening; bezitting; geldverstrekking
Wiktionary:
- crédito → aanvaarding, aanname, geloof, aanbeveling, ondersteuning, bewijs, betalingsuitstel, krediet, vertrouwen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor crédito (Spaans) in het Nederlands

crédito:

crédito [el ~] zelfstandig naamwoord

el crédito (hipoteca; préstamo de dinero)
de hypotheek; de lening; de geldlening
- hypotheek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- lening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geldlening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el crédito (saldo positivo)
het krediet; het credit
- krediet [het ~] zelfstandig naamwoord
- credit [het ~] zelfstandig naamwoord
el crédito (convicción religiosa; religión; culto; creencias; doctrina; creencia; inclinación; convicciones)
de geloofsovertuiging; het geloof; de gezindheid; de confessie; de gezindte
- geloofsovertuiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geloof [het ~] zelfstandig naamwoord
- gezindheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- confessie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gezindte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el crédito (propiedad; posesiones; cosas; productos; artículos de comercio)
de eigendom; de bezittingen; de have; de goederen; het bezit
- eigendom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- bezittingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- have [de ~] zelfstandig naamwoord
- goederen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- bezit [het ~] zelfstandig naamwoord
el crédito (acreditación)
de lening; de kredietverlening
- lening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kredietverlening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el crédito (posesión; bienes; cosas; género; dominio; propiedad; pertinencia; mercancías; productos; masa de la herencia)
de bezitting
- bezitting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el crédito (préstamo)
geldverstrekking
- geldverstrekking [znw.] zelfstandig naamwoord
el crédito
het krediet
- krediet [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor crédito:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bezit	artículos de comercio; cosas; crédito; posesiones; productos; propiedad	dinero ahorrado; saldo a favor; saldo positivo
bezitting	bienes; cosas; crédito; dominio; género; masa de la herencia; mercancías; pertinencia; posesión; productos; propiedad
bezittingen	artículos de comercio; cosas; crédito; posesiones; productos; propiedad	haberes; posesiones; propiedades
confessie	convicciones; convicción religiosa; creencia; creencias; crédito; culto; doctrina; inclinación; religión	confesión
credit	crédito; saldo positivo
eigendom	artículos de comercio; cosas; crédito; posesiones; productos; propiedad
geldlening	crédito; hipoteca; préstamo de dinero
geldverstrekking	crédito; préstamo
geloof	convicciones; convicción religiosa; creencia; creencias; crédito; culto; doctrina; inclinación; religión	confianza; convicciones; convicciones religiosas; convicción; convicción religiosa; creencia; creencias; culto; fe; religión
geloofsovertuiging	convicciones; convicción religiosa; creencia; creencias; crédito; culto; doctrina; inclinación; religión
gezindheid	convicciones; convicción religiosa; creencia; creencias; crédito; culto; doctrina; inclinación; religión	actitud; concepto; convencimiento; convicción; credo; disposición; filiación; idea; inclinación; juicio; noción; opinión; parecer; persuasión; postura; punto de vista; simpatías; tendencia; toma de posición
gezindte	convicciones; convicción religiosa; creencia; creencias; crédito; culto; doctrina; inclinación; religión
goederen	artículos de comercio; cosas; crédito; posesiones; productos; propiedad	mercadería; mercancías
have	artículos de comercio; cosas; crédito; posesiones; productos; propiedad
hypotheek	crédito; hipoteca; préstamo de dinero	hipoteca
krediet	crédito; saldo positivo
kredietverlening	acreditación; crédito
lening	acreditación; crédito; hipoteca; préstamo de dinero	préstamo
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
eigendom		propiedad

Verwante woorden van "crédito":

créditos

Synoniemen voor "crédito":

brillantez; brillo; notoriedad; perfección; acierto; fama; gloria; lucimiento; prestigio; apoteosis; apogeo; realce; lustre; estimación; grandeza
empréstito; préstamo
favor; confianza; privanza; distinción; honra; valimiento; valía

Wiktionary: crédito

Cross Translation:

From	To	Via
• crédito	→ aanvaarding; aanname; geloof	↔ credence — acceptance of a belief or claim
• crédito	→ aanbeveling; ondersteuning; bewijs	↔ credence — credential or supporting material for a person or claim
• crédito	→ betalingsuitstel; krediet	↔ credit — privilege of delayed payment
• crédito	→ vertrouwen	↔ trust — confidence in the future payment for goods or services supplied; credit
• crédito	→ krediet	↔ Kredit — meist gegen Zahlung von Zinsen zur Verfügung gestelltes fremdes Kapital

Verwante vertalingen van crédito

Remove Ads

Vertaal crédito van Spaans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor crédito (Spaans) in het Nederlands

crédito:

crédito [el ~] zelfstandig naamwoord

el crédito (hipoteca; préstamo de dinero)

el crédito (saldo positivo)

el crédito (convicción religiosa; religión; culto; creencias; doctrina; creencia; inclinación; convicciones)

el crédito (propiedad; posesiones; cosas; productos; artículos de comercio)

el crédito (acreditación)

el crédito (posesión; bienes; cosas; género; dominio; propiedad; pertinencia; mercancías; productos; masa de la herencia)

el crédito (préstamo)

el crédito

Vertaal Matrix voor crédito:

Verwante woorden van "crédito":

Synoniemen voor "crédito":

Wiktionary: crédito

Verwante vertalingen van crédito