Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. crónica:
  2. crónico:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor crónica (Spaans) in het Nederlands

crónica:

crónica [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la crónica (relato; historia; narración; cuento)
    het verhaal; de geschiedenis; het verhaaltje; de vertelling; het relaas; het vertelsel; het verdichtsel
  2. la crónica (relación; reportaje; relato; historia; comentario)
    het verslag; het rapport; de reportage; de weergave; het verhaal
    • verslag [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rapport [het ~] zelfstandig naamwoord
    • reportage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • weergave [de ~] zelfstandig naamwoord
    • verhaal [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. la crónica
    de kroniek
    • kroniek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. la crónica (anales; archivo; anuario; )
    het archief; de annalen
    • archief [het ~] zelfstandig naamwoord
    • annalen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  5. la crónica (almanaque; calendario; anales; libro anual)
    de almanak; het jaarboek
    • almanak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • jaarboek [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. la crónica (archivadores; archivo; ficheros; anales; expedientes)
    de dossiers; de ordners; de opbergmappen

Vertaal Matrix voor crónica:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
almanak almanaque; anales; calendario; crónica; libro anual
annalen almanaque; anales; anuario; archivo; crónica; expedientes; ficheros; libro anual
archief almanaque; anales; anuario; archivo; crónica; expedientes; ficheros; libro anual archivo; banco de datos; fichero de datos
dossiers anales; archivadores; archivo; crónica; expedientes; ficheros
geschiedenis crónica; cuento; historia; narración; relato historia; historial
jaarboek almanaque; anales; calendario; crónica; libro anual anuario
kroniek crónica
opbergmappen anales; archivadores; archivo; crónica; expedientes; ficheros
ordners anales; archivadores; archivo; crónica; expedientes; ficheros
rapport comentario; crónica; historia; relación; relato; reportaje acta; atestado; informe
relaas crónica; cuento; historia; narración; relato aviso; comunicación; información; noticia; notificación; publicación
reportage comentario; crónica; historia; relación; relato; reportaje
verdichtsel crónica; cuento; historia; narración; relato cuento; fábula; invención
verhaal comentario; crónica; cuento; historia; narración; relación; relato; reportaje
verhaaltje crónica; cuento; historia; narración; relato
verslag comentario; crónica; historia; relación; relato; reportaje informe; redacción; relación; versión
vertelling crónica; cuento; historia; narración; relato
vertelsel crónica; cuento; historia; narración; relato
weergave comentario; crónica; historia; relación; relato; reportaje devolución; máscara; restitución; vista
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geschiedenis historial

Verwante woorden van "crónica":


Synoniemen voor "crónica":


Wiktionary: crónica

crónica
noun
  1. een verhaal van of boek met chronologisch geordende gedenkwaardige en/of historische feiten

Cross Translation:
FromToVia
crónica kroniek chronicle — a written account

crónica vorm van crónico:

crónico bijvoeglijk naamwoord

  1. crónico
    chronisch
  2. crónico
    chronische

Vertaal Matrix voor crónico:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chronisch crónico
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chronische crónico

Verwante woorden van "crónico":


Wiktionary: crónico

crónico
adjective
  1. voortdurend, aanhoudend

Cross Translation:
FromToVia
crónico chronisch chronic — that continues over an extended period of time
crónico chronisch chronic — medical: prolonged or slow to heal
crónico chronisch chronic — inveterate or habitual

Verwante vertalingen van crónica