Spaans

Uitgebreide vertaling voor cuarto (Spaans) in het Nederlands

cuarto:

cuarto [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el cuarto
    de kamer; ruimte in een gebouw; het vertrekken; het vertrek
  2. el cuarto
    het kwarto
    • kwarto [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. el cuarto (salón; sala)
    grote kamer; de zaal
    • grote kamer [znw.] zelfstandig naamwoord
    • zaal [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. el cuarto (cuarta parte)
    het vierendeel

cuarto

  1. cuarto

Vertaal Matrix voor cuarto:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grote kamer cuarto; sala; salón
kamer cuarto consejo de ministros; gabinete
kwarto cuarto
ruimte in een gebouw cuarto
vertrek cuarto salida
vertrekken cuarto cuartos; fallecimiento; marcha; salidas; salir
vierendeel cuarta parte; cuarto
zaal cuarto; sala; salón
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vertrekken abandonar; cesar; dejar; irse; irse de viaje; largarse; marcharse; partir; retirarse; salir
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
vierde cuarto

Verwante woorden van "cuarto":


Synoniemen voor "cuarto":


Wiktionary: cuarto

cuarto
noun
  1. deel van een huis
  2. een vierde deel
  3. een ruim vertrek dat voor een bepaald doel gebruikt wordt
  4. een afgesloten deel van een woning
  5. een vierde deel van iets
ordinal
  1. nummer vier in een rij
  2. gedeeld door vier (een kwart)

Cross Translation:
FromToVia
cuarto slaapkamer bedroom — room in a house where a bed is kept for sleeping
cuarto kwart; vierdeel; vierde quarter — one of four equal parts
cuarto ruimte; kamer; zaal; vertrek room — division in a building
cuarto kwart Viertel — ein Teil von etwas durch vier teilen; 25 Prozent (%) von etwas
cuarto flat; appartement appartement — Ensemble de pièce formant une habitation indépendante dans un immeuble collectif.
cuarto slaapkamer chambre à coucherpièce d’une habitation utilisée pour dormir, pour une personne ou peu de personnes.
cuarto kamer; plaats pièce — Partie d’un logement
cuarto kwart; vierde; vierendeel quart — Partie d’une unité subdivisée en quatre parties égales. 1/4.
cuarto kamer; lokaal; vertrek sallepièce d’un bâtiment.

Verwante vertalingen van cuarto