Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal dobladillo

Vertaal dobladillo van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

dobladillo:
- rand; zoom; inleg; minimum inleg
dobladillar:
- zomen; omzomen
Wiktionary:
- dobladillo → zoom, inslag

Spaans

Uitgebreide vertaling voor dobladillo (Spaans) in het Nederlands

dobladillo:

dobladillo [el ~] zelfstandig naamwoord

el dobladillo (borde; margen; linde; almena; extremo; confín; reborde; lado; marco; moldura)
de rand; de zoom
- rand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- zoom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el dobladillo (imposición mínima; imposiciones; alforza)
de inleg; minimum inleg
- inleg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- minimum inleg [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dobladillo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
inleg	alforza; dobladillo; imposiciones; imposición mínima	imposición; introducción
minimum inleg	alforza; dobladillo; imposiciones; imposición mínima
rand	almena; borde; confín; dobladillo; extremo; lado; linde; marco; margen; moldura; reborde	borde; costado; encuadramiento; lateral; reborde; saliente
zoom	almena; borde; confín; dobladillo; extremo; lado; linde; marco; margen; moldura; reborde

Synoniemen voor "dobladillo":

bastilla; doblez; pliegue; festón
jareta; jaretón; costura

Wiktionary: dobladillo

Cross Translation:

From	To	Via
• dobladillo	→ zoom	↔ hem — border of an article of clothing doubled back and stitched together
• dobladillo	→ inslag	↔ ourlet — bord d’une toile ou d’une étoffe replié et cousu, pour empêcher qu’elle ne s’effiler.

dobladillo vorm van dobladillar:

dobladillar werkwoord

dobladillar (hacer un dobladillo)
zomen
- zomen werkwoord (zoom, zoomt, zoomde, zoomden, gezoomd)
dobladillar
omzomen
- omzomen werkwoord (omzoom, omzoomt, omzoomde, omzoomden, omzoomd)

Conjugations for dobladillar:

presente

dobladillo
dobladillas
dobladilla
dobladillamos
dobladilláis
dobladillan

imperfecto

dobladillaba
dobladillabas
dobladillaba
dobladillábamos
dobladillabais
dobladillaban

indefinido

dobladillé
dobladillaste
dobladilló
dobladillamos
dobladillasteis
dobladillaron

fut. de ind.

dobladillaré
dobladillarás
dobladillará
dobladillaremos
dobladillaréis
dobladillarán

condic.

dobladillaría
dobladillarías
dobladillaría
dobladillaríamos
dobladillaríais
dobladillarían

pres. de subj.

que dobladille
que dobladilles
que dobladille
que dobladillemos
que dobladilléis
que dobladillen

imp. de subj.

que dobladillara
que dobladillaras
que dobladillara
que dobladilláramos
que dobladillarais
que dobladillaran

miscelánea

¡dobladilla!
¡dobladillad!
¡no dobladilles!
¡no dobladilléis!
dobladillado
dobladillando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor dobladillar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
zomen		bordes
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
omzomen	dobladillar
zomen	dobladillar; hacer un dobladillo

Verwante vertalingen van dobladillo

hacer un dobladillo