Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. domingo:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor domingo (Spaans) in het Nederlands

domingo:

domingo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el domingo
    de zondag
    • zondag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor domingo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zondag domingo

Verwante woorden van "domingo":

  • domingos

Wiktionary: domingo

domingo
noun
  1. een dag van de week die na zaterdag en voor maandag komt

Cross Translation:
FromToVia
domingo zondag Sunday — day of the week
domingo zondag SonntagWochentag zwischen Samstag und Montag
domingo zondag dimancheseptièmeréf jour de la semaine. Suit le samedi et précède le lundi.

Verwante vertalingen van domingo