Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. el que:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor el que (Spaans) in het Nederlands

el que:

el que bijvoeglijk naamwoord

  1. el que
    degene
    • degene bijvoeglijk naamwoord

el que [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el el que (quien; la que)
    degene; diegene
    • degene [znw.] zelfstandig naamwoord
    • diegene [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor el que:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
degene el que; la que; quien
diegene el que; la que; quien
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
degene aquel que; aquella; aquellas; aquello; aquellos; el cual; el que
die aquel que; aquella; aquellas; aquello; aquellos; el cual; el que
diegene aquel que; aquella; aquellas; aquello; aquellos; el cual; el que
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
degene el que
die esa; esas; ese; esos; esta; este; que

Verwante vertalingen van el que