Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. entallar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor entallar (Spaans) in het Nederlands

entallar:

entallar werkwoord

  1. entallar (esculpir)
    uithouwen; uitkappen; uithakken
    • uithouwen werkwoord (houw uit, houwt uit, houwde uit, houwden uit, uitgehouwen)
    • uitkappen werkwoord (kap uit, kapt uit, kapte uit, kapten uit, uitgekapt)
    • uithakken werkwoord (hak uit, hakt uit, hakte uit, hakten uit, uitgehakt)
  2. entallar (tallar)
    houtsnijden
    • houtsnijden werkwoord (snijd hout, snijdt hout, sneed hout, sneden hout, houtgesneden)
  3. entallar (hacer una incisión; picar; hacer un corte en madera)
    kerven; een inkeping maken; kepen; inkerven; inkepen
    • kerven werkwoord (kerf, kerft, kerfde, kerfden, gekerfd)
    • een inkeping maken werkwoord
    • kepen werkwoord (keep, keept, keepte, keepten, gekeept)
    • inkerven werkwoord (kerf in, kerft in, kerfde in, kerfden in, ingekerfd)
    • inkepen werkwoord (keep in, keept in, keepte in, keepten in, ingekeept)
  4. entallar (hender; grabar)
    groeven; insnijden; inkerven
    • groeven werkwoord (groef, groeft, groefde, groefden, gegroefd)
    • insnijden werkwoord (snij in, snijdt in, sneed in, sneden in, ingesneden)
    • inkerven werkwoord (kerf in, kerft in, kerfde in, kerfden in, ingekerfd)
  5. entallar (grabar en madera; tallar)
    kerven; snijwerk maken
    • kerven werkwoord (kerf, kerft, kerfde, kerfden, gekerfd)
    • snijwerk maken werkwoord (maak snijwerk, maakt snijwerk, maakte snijwerk, maakten snijwerk, snijwerk gemaakt)

Conjugations for entallar:

presente
  1. entallo
  2. entallas
  3. entalla
  4. entallamos
  5. entalláis
  6. entallan
imperfecto
  1. entallaba
  2. entallabas
  3. entallaba
  4. entallábamos
  5. entallabais
  6. entallaban
indefinido
  1. entallé
  2. entallaste
  3. entalló
  4. entallamos
  5. entallasteis
  6. entallaron
fut. de ind.
  1. entallaré
  2. entallarás
  3. entallará
  4. entallaremos
  5. entallaréis
  6. entallarán
condic.
  1. entallaría
  2. entallarías
  3. entallaría
  4. entallaríamos
  5. entallaríais
  6. entallarían
pres. de subj.
  1. que entalle
  2. que entalles
  3. que entalle
  4. que entallemos
  5. que entalléis
  6. que entallen
imp. de subj.
  1. que entallara
  2. que entallaras
  3. que entallara
  4. que entalláramos
  5. que entallarais
  6. que entallaran
miscelánea
  1. ¡entalla!
  2. ¡entallad!
  3. ¡no entalles!
  4. ¡no entalléis!
  5. entallado
  6. entallando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor entallar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
groeven acanaladura; ahuecamientos estrechos; excavaciones estrechas; zanjas
kepen muescas
kerven tallar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
een inkeping maken entallar; hacer un corte en madera; hacer una incisión; picar
groeven entallar; grabar; hender
houtsnijden entallar; tallar
inkepen entallar; hacer un corte en madera; hacer una incisión; picar
inkerven entallar; grabar; hacer un corte en madera; hacer una incisión; hender; picar
insnijden entallar; grabar; hender cortar; hacer un corte; hacer una incisión
kepen entallar; hacer un corte en madera; hacer una incisión; picar
kerven entallar; grabar en madera; hacer un corte en madera; hacer una incisión; picar; tallar grabar en madera; tallar
snijwerk maken entallar; grabar en madera; tallar
uithakken entallar; esculpir
uithouwen entallar; esculpir
uitkappen entallar; esculpir

Synoniemen voor "entallar":


Wiktionary: entallar

entallar
verb
  1. met een scherp voorwerp een insnijding trachten te maken in een hard oppervlak

Cross Translation:
FromToVia
entallar kerven notch — to cut a notch
entallar aanpassen tailor — restrict something to particular need