Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal episodio

Vertaal episodio van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

episodio:
- episode; kapittel; hoofdstuk; chapiter
Wiktionary:
- episodio → episode
- episodio → gebeuren, episode, aflevering

Spaans

Uitgebreide vertaling voor episodio (Spaans) in het Nederlands

episodio:

episodio [el ~] zelfstandig naamwoord

el episodio (capítulo)
de episode
- episode [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el episodio (capítulo; asunto; cabildo; motivo de conversación)
het kapittel; het hoofdstuk; het chapiter
- kapittel [het ~] zelfstandig naamwoord
- hoofdstuk [het ~] zelfstandig naamwoord
- chapiter [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor episodio:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
chapiter	asunto; cabildo; capítulo; episodio; motivo de conversación
episode	capítulo; episodio
hoofdstuk	asunto; cabildo; capítulo; episodio; motivo de conversación	capítulo
kapittel	asunto; cabildo; capítulo; episodio; motivo de conversación

Verwante woorden van "episodio":

episodios

Synoniemen voor "episodio":

andanza; correría; aventura; viaje; peripecia; incidente; lance; vicisitudes; avatares
efeméride; acontecimiento; evento; hecho
epopeya; gesta; proeza; odisea
suceso; caso; asunto; trance; percance

Wiktionary: episodio

episodio

noun

(medisch, nld) op zichzelf staande gebeurtenis
- episode → episodio

Cross Translation:

From	To	Via
• episodio	→ gebeuren; episode	↔ episode — incident or action connected with a series of events
• episodio	→ aflevering; episode	↔ episode — installment of a drama told in parts