Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. extraviar:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor extraviar (Spaans) in het Nederlands

extraviar:

extraviar werkwoord

  1. extraviar (perder; desperdiciar; perderse; extraviarse)
    verliezen; kwijt raken
    • verliezen werkwoord (verlies, verliest, verloor, verloren, verloren)
    • kwijt raken werkwoord (raak kwijt, raakt kwijt, raakte kwijt, raakten kwijt, kwijt geraakt)

Conjugations for extraviar:

presente
  1. extravío
  2. extravías
  3. extravía
  4. extraviamos
  5. extraviáis
  6. extravían
imperfecto
  1. extraviaba
  2. extraviabas
  3. extraviaba
  4. extraviábamos
  5. extraviabais
  6. extraviaban
indefinido
  1. extravié
  2. extraviaste
  3. extravió
  4. extraviamos
  5. extraviasteis
  6. extraviaron
fut. de ind.
  1. extraviaré
  2. extraviarás
  3. extraviará
  4. extraviaremos
  5. extraviaréis
  6. extraviarán
condic.
  1. extraviaría
  2. extraviarías
  3. extraviaría
  4. extraviaríamos
  5. extraviaríais
  6. extraviarían
pres. de subj.
  1. que extravíe
  2. que extravíes
  3. que extravíe
  4. que extraviemos
  5. que extravieis
  6. que extravíen
imp. de subj.
  1. que extraviara
  2. que extraviaras
  3. que extraviara
  4. que extraviáramos
  5. que extraviarais
  6. que extraviaran
miscelánea
  1. ¡extravía!
  2. ¡extraviad!
  3. ¡no extravíes!
  4. ¡no extraviéis!
  5. extraviado
  6. extraviando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor extraviar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verliezen daños; perjuicios; pérdidas
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kwijt raken desperdiciar; extraviar; extraviarse; perder; perderse
verliezen desperdiciar; extraviar; extraviarse; perder; perderse llevar la peor parte; llevar todas las de perder; perder; perderse

Synoniemen voor "extraviar":