Spaans

Uitgebreide vertaling voor físico (Spaans) in het Nederlands

físico:

físico bijvoeglijk naamwoord

  1. físico (corporal)
    fysiek; lijfelijk
  2. físico
    fysisch; natuurkundig
  3. físico

físico [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el físico (física)
    de natuurkundige; de fysicus

Vertaal Matrix voor físico:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fysicus física; físico
natuurkundige física; físico
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conditioneel físico condicionado; condicional
fysiek corporal; físico
fysisch físico
lijfelijk corporal; físico
natuurkundig físico
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fysieke gesteldheid betreffend físico

Verwante woorden van "físico":


Wiktionary: físico

físico
noun
  1. wetenschapper die de fysica of natuurkunde beoefent.
  2. wetenschapper die de natuurkunde of fysica beoefent
adjective
  1. met betrekking tot het lichaam
  2. van de zintuigen

Cross Translation:
FromToVia
físico lichamelijk; fysiek physical — having to do with the body
físico fysisch; fysische physical — having to do with the material world
físico fysisch; fysische physical — having to do with physics
físico natuurkundige; fysicus physicist — person whose occupation specializes in the science of physics
físico natuurkundige; fysicus physicien — archaïque|fr désuet|fr médecin.

Verwante vertalingen van físico