Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fase:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor fase (Spaans) in het Nederlands

fase:

fase [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la fase (etapa en el dearrollo; período; etapa)
    de fase; het stadium; de ontwikkelingsfase
  2. la fase
    de schijngestalte
  3. la fase
    de fase
    • fase [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. la fase (etapa; período; momento; )
    de etappe; parcoursetappe
  5. la fase (fase de flujo de trabajo)
    de fase; werkstroomfase

Vertaal Matrix voor fase:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
etappe estadio; etapa; fase; momento; período; tramo; trayecto barrio; barrote; calzada; carretera; paso; ronda; trayecto; trayectoria; turno
fase etapa; etapa en el dearrollo; fase; fase de flujo de trabajo; período estadio de evolución; fase de desarrollo
ontwikkelingsfase etapa; etapa en el dearrollo; fase; período
parcoursetappe estadio; etapa; fase; momento; período; tramo; trayecto
schijngestalte fase
stadium etapa; etapa en el dearrollo; fase; período estadio de evolución; fase de desarrollo
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
werkstroomfase fase; fase de flujo de trabajo

Verwante woorden van "fase":

  • fases

Synoniemen voor "fase":


Wiktionary: fase

fase
noun
  1. periode als onderdeel van een langere ontwikkeling
  2. de periodiek wisselende aanblik van de maan (en de planeet Venus) ten gevolge van de veranderende belichting door de zon

Cross Translation:
FromToVia
fase fase phase — distinguishable part of a sequence
fase stadium stage — phase
fase fase phase — états successifs

Verwante vertalingen van fase